Homepage  Schrijversweb  Schrijversweb 2002  Saskia de Jong

Beschermengel - Saskia de Jong

"Het is tijd", fluisterde de Engel.
De prachtige sneeuwwitte vleugels die zich altijd beheerst aan weerszijde van zijn gedaante bevonden, hingen nu mistroostig.
Zijn ogen vulden zich met tranen op het moment dat het besef er was.
"Ik heb niet het vermogen de missie uit te voeren", zei hij bedroefd tegen de Metgezel.
"Je moet, er is geen weg terug. Je kunt de opdracht niet negeren", sprak de Metgezel beslist.
"Heb je enig idee wat er gaat gebeuren op het ogenblik dat ik het plan ten uitvoer breng", en op het moment dat deze woorden de Metgezel bereikten, zag de Engel een mogelijkheid.
Zijn vleugels lieten een kalme ruis horen en veroorzaakten een milde bries over het landschap toen hij zich oprichtte.
"Laten we vragen om tijd", er verscheen een opgeluchte glimlach op het gelaat van de Engel.
"Wat wil je daar nu mee bereiken", vroeg de Metgezel verbaasd. "Je weet dat niemand van ons zich kan ontrekken aan de opdracht, het is niet aan jou". De Engel was zich bewust van zijn positie, maar de impuls was te sterk. Met een vleugel uitgespreid die hem beschermde tegen de felle zon, zocht hij in de stilte naar een argument.
De Metgezel moest overtuigd worden van het belang. Alleen hij was bevoegd om toestemming te verlenen. Nooit eerder was er iemand teruggekeerd naar het genomen besluit.
Op het gezicht van de Engel verscheen een warme gloed. Hij moest het doen. Hij keek achterom. De Metgezel liep naar het uur der waarheid. Nu was de Engel alleen de vertegenwoordiger van de vraag. De stilte omgaf hem voor even.
Plotseling zag de hij twee wezens verschijnen die hem de methode lieten zien.
“Ga met me mee”, riep de Engel verschrikt. De galm van zijn kreet verdween tegelijk met de wezens. Het passeren van de scheidingswand was een punt zonder terugkeer. De Engel zag in de weerspiegeling van de wand een gestalte gelijk aan die van hem. De wand had nog nooit iemand teruggenomen, zijn vleugels leken zich even te spannen. Het viel hem op dat de bewegingen in harmonie waren. Sierlijk en moedig, met de dreiging van het niet meer terug keren, liet de Engel zijn ranke gestalte de grens passeren. Daar voelde hij een koelte die alleen veroorzaakt kon worden door iets groter dan hemzelf. Het overschaduwde hem en liet een koude bries voelen. Met een doffe klap landde de hand van de Metgezel op zijn schouder.
De Engel viel verschrikt achterover en riep uit: "Laat me gaan, houdt me niet tegen, ik moet het doen".
Vanaf de grond was de dreiging sterker dan ooit. Het onheil groot en onomkeerbaar.
"Sta op", beval de Metgezel hem.
"Je weet dat dit het eind van jouw bestaan zal zijn", daarbij reikte de Metgezel hem de hand.
"Ik kan niet bewegen", stamelde de Engel. Maar de greep van de Metgezel was sterk en dwingend, hij voerde hem naar een plek waar hij zijn balans hervond. Vastgeklampt aan de hand van de Metgezel bukte hij zich en raapte een paar veren op.
Hij liet ze rustig door zijn vingers glijden en streek met een liefdevol gebaar over de beschadigde plek op de vleugel. Het helderrode bloed vermengde zich met het reine wit. Hij draaide zich om, keek de Metgezel strak in de ogen en zei: "Jij moet de prijs betalen voor het argument, niet ik".
"Jij hebt het al die tijd geweten”, siste de Engel, “nooit heb je mij deelgenoot gemaakt van het feit dat ikzelf de reden zou kunnen zijn". De glans verdween voor even van zijn gezicht.
Hij wist nu dat de tijd waarom hij vroeg hem gegeven zou worden, het was aan hemzelf. Jarenlang had hij alleen de opdrachten uitgevoerd, nooit had hij het verlangen of de behoefte het uit te stellen. Nu was het anders. Hij zou de Metgezel weerstaan en hem laten zien dat hij de reden zelf zou zijn.
De kou werd heviger. Op de vleugels van de Engel verschenen ijspegels, de zwaarte was enorm, het bewegen haast onmogelijk. In de weerspiegeling van de wand zagen de stille getuigen een gevecht om het argument. De Engel hervond zijn geestdrift om de zaak naar zijn eigen gedachten om te buigen. De vleugels vertoonden een ongekende spanwijdte en lieten kracht en vastberadenheid zien. Hij wist nu dat het recht nu aan zijn kant stond, hij zou de triomf ervaren als hij de tijd mee mag brengen. De Engel sloeg zijn vleugels uit met zoveel vermogen dat het de Metgezel achteruit deed deinzen. Hijzelf was nu de machthebber, de kou verdween en maakte plaats voor een lichtroze gloed die opkwam vanachter de grens.
Druppels gesmolten water vermengde zich met het warme bloed en lieten een gehavend spoor na.
"Geef het aan mij terug", brieste de Metgezel, de Engel keek met een blik vol medelijden naar zijn tegenstander, "Nee"', zei hij, de klank ik zijn stem was vastberaden. De Metgezel schreeuwde met een radeloze blik in zijn ogen: "Toon mij een andere weg", het klonk als een loze kreet, diep van binnen vulde het bewustzijn van de Metgezel zich met de waarheid. De tijd behoorde hem niet meer toe. De woorden klonken na als een langgerekte galm vermengt met wanhoop, ontdaan van alle illusie.
"Jij kunt niet meer mee", de Engel sprak kalm en verplaatste zich naar het andere moment. De Engel stapte opnieuw door de muur, de scheidingswand bood geen belemmering meer. Gedreven door het verlangen om de tijd aan te gaan bieden richtte hij zich nog eenmaal tot de Metgezel, die beroofd van al zijn gratie op de grond voor hem lag. Hij spreidde de vleugels uit die geen spoor meer lieten zien van het gevecht, en toornde hoog boven de Metgezel uit. Hij zette zich af en de paniek werd zichtbaar op het gezicht van de Metgezel, terwijl hij wachtte op de doodsklap. De Metgezel opende zijn ogen, de Engel was verdwenen met de tijd, meegevoerd onder de vleugels van geborgenheid.

Beschermengel © Saskia de Jong

Homepage  Schrijversweb  Schrijversweb 2002  Saskia de Jong