Homepage  Prozawedstrijd  Prozawedstrijd 2018  Henk Witjes  Beoordeling Rouw

Beoordeling Kruiend ijs - Henk Witjes

Een vader die je sommeert niet zo dicht langs de paaltjes van de dijk te lopen, straks glij je nog uit en raak je onder het ijs. Een moeder die je waarschuwt voor de opkomende vloed, die sneller is dan jij kan lopen. Door je ouders opgelegde angsten. Angsten die een kinderbrein voeden met ondergangsvisioenen: dijk-ontwrichtende ijsschotsen en in je hoofdharen klauwende papegaaien. Daar moet je op latere leeftijd wel een burn-out van krijgen.
In het verhaal ‘Kruiend ijs’ is dit het hoofdpersonage Sjoerd overkomen.

Het is een beeldend, zintuiglijk en poëtisch verhaal. Beklemmend ook. Mooi vond ik vooral dat een deel van de angsten die Sjoerd als zesjarige en waarschijnlijk ook nog later heeft ervaren, in het heden – terwijl hij herstellende is van een burn-out - positief weet te benaderen: ‘IJzige beklemming is altijd tijdelijk en wordt altijd weer verdreven door de warme gloed van optimisme als je het wilt toelaten.’ Prachtige zin overigens.

‘Kruiend ijs’ heeft meer van dergelijke prachtige zinnen, en dat zonder dat ze overkomen als ‘kijk mij eens mooi schrijven?’ Überhaupt is elke zin verzorgd. Elke zin komt als natuurlijk over.

Iets minder natuurlijk vond ik perspectief en structuur. Al moet ik wel zeggen dat bij elke herlezing ‘Kruiend ijs’ beter en beter wordt. Heel veel mensen lezen echter een verhaal slechts één keer. Ook daarom onderstaande verbetersuggesties.

Perspectief:
Na een paar inleidende zinnen waarin de schrijver mij meevoert naar zijn hoofdpersonage Sjoerd, zou ik het liefst binnen het hoofd van Sjoerd willen blijven, zodat ikzelf zie hoe bijvoorbeeld de ijsschotsen tegen de dijk opgedreven worden en niet dat beeld voorgeschoteld krijg via de schrijver.
Vooral de alinea die begint met ‘Eind jaren vijftig van de vorige eeuw’ zou meer impact op mij hebben, wanneer ik die sfeer vanuit de ervaring van Sjoerd ‘meebeleef.’ Dit betekent dat (een deel van) deze alinea in scenes omgeschreven moet worden.

Structuur:
Leid de lezer niet te veel af met switchen tussen heden en verleden, tegenwoordige tijd en verleden tijd, hij- en wij-vorm. Door dit soort afleidingen moet de lezer er steeds weer inkomen. Te veel switchen schept ontrust.

Aan een kant snap ik wel waarom de auteur (bewust of onbewust - maakt niet uit) heeft gekozen voor dit switchen, deze onrust. Zij geeft de psychische toestand van Sjoerd weer, zijn burn-out. Voor een kort verhaal van 2 bladzijden als ‘Kruiend ijs’ kan dit switchen misschien nog net. Voor een langer verhaal, laat staan een roman, zou het erg vermoeiend zijn.

Ik zou een nieuwe alinea plaatsen nadat de moeder een opmerking heeft gemaakt over gesprongen lippen, en een vóórdat de vader Sjoerd uit zijn dagdroom haalt. Ook alinea’s geven meer rust.
Hetzelfde effect heeft een witregel boven de zin: ‘Altijd als problemen zich aandienen wordt Sjoerd door zijn hersencentrum getrakteerd op de beelden van het kruiend ijs tegen “de Kop van ’t Hoofd.”’ Daar zit immers een duidelijke scheiding tussen het voorgaande en wat nog komen gaat?

De op zich los van elkaar staande anekdotes verdienen ook nog wat aandacht. Probeer het eens uit, zie het als experiment, schrijf mede naar aanleiding van de bovenstaande verbetersuggesties een nieuwe versie. Laat daarin tijdens de wandeling over de dijk (de kapstok van het verhaal, tot aan de voorgestelde witregel) Sjoerd terugdenken aan die dingen die nu nog als losstaande anekdotes door de tekst zijn heen gestrooid. Wie weet, komt er nog een veel beter verhaal uit voort. Zo niet, dan heb je niets verloren (het oorspronkelijke verhaal heb je immers nog?), maar ben je wel een schrijfervaring rijker.

Juni 2018, Henk Rouw, auteur onder het pseudoniem Eric Steiner & Co

Beoordeling Kruiend ijs - Henk Witjes

Homepage  Prozawedstrijd  Prozawedstrijd 2018  Henk Witjes  Beoordeling Rouw