Homepage  Schrijversweb  Schrijversweb 2013  Nynke Zuidema

Patrón - Nynke Zuidema

Net boven het ruizen van de zee, beieren oude klokken. De hal met zijn prachtige trappen en indrukwekkende beelden, is nog in schermerdonker. Isaias Valera staat met zijn handen in zijn zakken op het balkon. Het is nog koel. Het landschap strekt zich ver voor hem uit. Voor Isaias ligt de tuin, met een oude waterput en het ommuurde gazon. Palmbomen staan tegen de muren aan. Erachter kan Isaias iets van de stad zien en zelfs een vage zweem van de zee.
Achter Isaias is het gestommel van de huishoudster te horen. Ze klopt op zijn deur: “Wanneer wilt u uw ontbijt?”
“Over een uurtje, ik ga nog even liggen.”
Eigenlijk vindt hij het maar een overbodige luxe, een huishoudster. Ze wilden nog veel meer personeel voor hem aannemen. Isaias weigerde. Hij wil dicht bij de mensen blijven en dat kan niet als hij tientallen bedienden heeft. Isaias gaapt nog een keer en loopt weer naar zijn bed. Het is de eerste vrije dag sinds zijn beëdiging. Hij heeft eerst een tour door het land gemaakt: scholen bezocht, fabrieken en bedreigde indianenstammen. “Ik zal jullie helpen,” had hij beloofd. Isaias denkt aan de toekomst die hij hen zal geven. Het regenwoud zal weer beschermd worden en de mensen zullen weer te eten hebben. Ze zullen zich veilig voelen met zo’n welwillende leider aan het hoofd. Met deze gedachte valt Isaias weer in slaap.

Teresa komt de slaapkamer binnen. Daar ligt hij, de president. Isaias ligt met zijn rug naar haar toe en snurkt zachtjes. Teresa loopt naar binnen en gaat op een grote fauteuil naast het bed zitten. Isasias blijft slapen.
Teresa is al jaren huishoudster. Toen ze nog een jong meisje was, was ze bij een rijke boer in dienst. Later werkte ze bij een rijke handelsmagnaat in de stad. Nu werkt ze dus bij de nieuwe president. Een stap voorwaarts in haar carričre.

Ze was jong getrouwd, Teresa Rey. Haar zoon, Alfonso, steunde Isaias Valera vanaf het eerste uur. Alfonso zat op de middelbare school, toen Isaias in de pauze langskwam. Isaias was student geschiedenis. Hij was toen al een bevlogen redenaar. Hij gaf een vurige preek over de gevaren van het kapitalisme en de wandaden van de toenmalige regering. “Jullie zijn de toekomst,” zei Isaias. De jonge Alfonso was er totaal van onder de indruk. Vanaf dat moment volgde Alfonso Isaias overal. Hij ging naar geheime vergaderingen, bracht pamfletten rond en ook op het internet verspreidde hij de ideologie van Isaias.
Teresa was bang. Zij wist waar de regering toe in staat was en vreesde voor het leven van zoon. Ze moest denken aan een man die hetzelfde had gezegd als Isaias. Hij had dingen beloofd en het was niet uitgekomen. De mensen moesten hoge belastingen betalen. Teresa en haar man konden bijna niet rondkomen. Toen was Alfonso nog maar een peuter. Het echtpaar en hun kind woonden in een klein dorpje, een aantal kilometer van de hoofdstad. Teresa’s echtgenoot was, samen met verschillende  mensen uit het dorp, in opstand gekomen. De man, die zoveel beloften had gedaan, zette haar man in de gevangenis. Vervolgens werd haar man geëxecuteerd. Teresa was woedend en verscheurd door verdriet. Gelukkig had ze Alfonso, haar enige kind.
En toen kwam er weer een man die mooie beloftes deed. Alfonso ging voor hem door het vuur. In de tijd dat Alfonso op de middelbare school zat, werd het bestuur van het land verscheurd door onenigheid. Men had geen tijd om zich te bemoeien met een zeventien-jarige oproerkraaier.
Anderhalf jaar later viel de regering. Isaias en zijn team voerde heftige campagne en wonnen met een grote meerderheid. De uitdrukkingen ‘hoop voor de toekomst’, ‘dat hufterige Amerika’ en ‘het volk aan de macht’ deden het kennelijk goed. Teresa had haar zoon verteld dat Isaias hetzelfde zei als de vorige president. ‘Hij wordt een tiran, net zoals de president ervoor’ had ze haar zoon gezegd. ‘Hij zal ons weer uitbuiten.’ Haar zoon werd woedend. Spuugde haar in het gezicht. Daarna gaf hij Teresa zo’n harde klap tegen het hoofd, dat ze wankelde en omviel. Toen ze weer opstond had Teresa had gezegd: ‘Je hebt gelijk, hij is anders. Heel anders.’
Vanaf die tijd had Alfonso geen woord tegen Teresa gesproken. Isaias waardeerde Alfonso’s loyaliteit en benoemde hem tot zijn persoonlijke secretaris. Alfonso mocht zelfs in het paleis slapen. Alfonso had zijn moeder aangedragen als een geschikte huishoudster voor de president. Zij had dat als een zoenoffer gezien, maar hij bleef tegen haar zwijgen.
Alfonso’s slaapkamer is links boven die van de president. Teresa hoort en ziet hem vaak. Hij is net wakker geworden. Ze kan zijn voetstappen horen. 

Isaias woelt een beetje. Teresa’s ogen versmallen zich, terwijl ze naar de jongeman kijkt. Ze wrijft haar hand over haar schort. Recht onder haar hart voelt ze een bobbel, verborgen. Niemand die het weet.
Teresa staart naar de president en denkt aan haar toekomst. De hoop op een ‘en ze leefde nog lang en gelukkig’ heeft ze al lang opgegeven. Trouwens, er is geen ‘ze’. Teresa is alleen.

Het staal kriebelt tegen haar borst. Het wil eruit. Het zonlicht in, waar het kan schijnen. Teresa vervult zijn verlangen. Ze grijpt er naar. De jonge zonnestralen geven het een helle gloed. Het lemmet is scherp. Ze heeft het vannacht geslepen. Dit was van haar man. Hij kocht het om zijn familie te beschermen. Op het houten handvat is zijn naam gekerfd: Nahuel.
In haar gedachten praat ze tegen de jonge president. ‘Je bent hetzelfde. Je bent dezelfde man in een andere gedaante. Hij heeft vermoord, dus jij zal vermoorden. Hij bracht mijn man om, zal jij mijn zoon vermoorden?’ De vorige president had de meeste van zijn oude getrouwe vermoord, inclusief zijn secretaris.
Teresa kijkt naar het kruis aan de muur. Het is een eenvoudig kruis, van steen. Christus’ lichaam is nauwelijks uitgewerkt. Zijn gezicht is een stel harde rimpels.
‘Voor U,’ fluistert Teresa. Ze slaat een kruis en steekt het mes in de jonge president.

Een man staat in de deuropening, het is bijna een jongen nog. De kleur van zijn ogen is dezelfde als die van Teresa. De irissen, die net planeten lijken, zijn wild en ongetemd. De jongeman denkt niet na. Hij grijpt zijn pistool. Teresa heeft geen tijd om zich om te draaien. Een harde knal. Ze valt.
Er druipt bloed over de lakens. Isaias heeft zijn ogen open. Zijn mond ook. Nooit zal hij spreken. Alfonso huilt. Teresa beweegt nog. Ze komt overeind. Alfonso lost nog een laatste schot. 

Patrón © Nynke Zuidema

Homepage  Schrijversweb  Schrijversweb 2013  Nynke Zuidema