Homepage  Schrijversweb  Schrijversweb 2006  Nettie Kuijer

Vakantieparadijs - Nettie Kuijer

We schrijven het jaar 2090. Terra is overbevolkt, de bodemschatten zijn uitgeput, energie is er alleen voor de rijken. Maar door speciale maatregelen wordt het milieu steeds schoner, de zeeën zijn weer gezond en helder, vol grote vissen, vol leven. En ook aan de overbevolking wordt gewerkt door de O.O.V. (Onnutten Op Vakantie)

Vermoeid liep Bep langs de stellingen. De orderlijsten vervaagden voor haar ogen, de rolcontainer raakte voor de zoveelste keer haar hielen. De pijn verbijtend liep ze door, greep links 12 zware dozen terravis, zocht rechts naar mossel en alg. Haar container was vol, even rust nemen, ze snakte naar een smook. Schielijk sloop ze naar de toiletten en stak het geknakte stickie op uit haar broekzak. Diep inhaleerde ze de bijtende rook, leunend tegen de koude tegels. Dan hoorde ze haar naam omroepen: 'Bep Klein, receptie.' Janssen stond haar nijdig op te wachten. 'Ik heb schoon genoeg van jouw gelanterfant, jouw tijd hier zit erop. Je kunt je geld ophalen bij de kas en verdwijnen, vandaag nog moet je contact leggen met de Werkvervolging.

Langzaam liep ze door de grauwe straten naar haar kleine appartement. Het was kil, de verwarming mocht alleen 's avonds enkele uren aan. Ze kroop in bed tot het intercafé open zou gaan, dan kon ze eten en telepraten. Ze piekerde over haar toekomst, wat kon de Werkvervolging voor haar doen? Ze was geclassificeerd als arbeider, maar lichamelijk eigenlijk niet sterk genoeg. 

Met een zwaar gevoel op de borst schoof ze voor het scherm en identificeerde zich via de vingerscan. Het beeld golfde door de adreszoeker naar het logo van de Werkvervolging. Een warme mannenstem heette haar welkom en vroeg haar vele, eigenlijk vreemde zaken. Of ze familieleden moest verzorgen, hoeveel vrienden ze had, of ze last had van claustrofobie, of ze rookte, of ze kon zwemmen. Nou, haar familie kon haar missen als kiespijn, na hun scheiding had ze pa en ma nooit meer gezien. Bevrijd van de zorgplicht voor haar waren ze verdwenen met de noorderzon.

Twee dagen later, zaterdagochtend, hoorde Bep de post in het luik ploffen. Diep gedoken in haar oude jas van zeehondenvel liep ze door de koude gang. Enkele rekeningen, een folder van de hypermarkt, en een dikke bruine enveloppe. Ze kroop terug in bed en sloeg de gestikte deken om zich heen. De rekeningen schoof ze onder haar bed, de bruine envelop scheurde ze wat ongeduldig open. Een kleurige brochure viel eruit. Op de eerste pagina zag ze een enorm aquarium, vele grote fel gekleurde vissen achter glas. Ervoor een gezellig terras, jongelui rond een tafel, gekleed in fleurige niemandalletjes. De volgende pagina droegen de jongelui een uitgebreide duikuitrusting en zwommen tussen de vissen. Langzaam bladerde ze door en bekeek de foto's van sfeervolle intercafés, smaakvol ingerichte hotelkamers, vreemde flora, en de aquaria die rondom de terrassen leken te staan. Teleurgesteld sloeg ze de brochure dicht. Dit was niet voor haar bedoeld, dit zou ze nooit kunnen betalen.

Verbaast keek ze daarop naar de tekst op de achterpagina: 'Dit moet iedereen zich kunnen veroorloven!' In kleine letters stond daaronder dat er een afbetalingsregeling mogelijk was. De aanbetaling voor twee weken 'Waterdroomvakantie' bedroeg slechts 395 kredieten. Dit kon niet, er moest een addertje onder het gras zitten. Dan zag ze de vertrekdata. Het waren last-minutereizen, ze zou dinsdag a.s. al moeten vertrekken! Langzaam bladerde Bep weer terug en stelde zichzelf voor, drijvend tussen de vissen. Ze hield van zwemmen, dan had ze geen last van pijn, dan voelde ze zich vrij en jong. De Werkvervolging kon best even wachten. Waar zou die vakantieplaats zijn?

Een kleine groep mensen stond te wachten op de aangegeven pier in de gure wind. Een boot meerde aan en verbaast bekeek Bep het supermoderne schip. Naast haar slaakte een lange man een diepe zucht. 'Wat een plaatje, dit zal onze boot wel niet zijn.' Ze keek naar hem op. Diepbruine ogen in een vol gezicht. Zware wenkbrauwen boven een grote neus. Ook niet moeders mooiste, dacht ze, tot hij haar aankeek en glimlachte. Zijn gezicht spleet open in een gulle grijns die hem bijna knap maakte. Onwillekeurig lachte ze hem toe. 'Ik ben Bastiaan, en reis naar de Wondere Waterwereld, en jij?' Onhandig worstelde Bep met haar tassen om de uitgestoken hand te grijpen.

De bodem van de boot bleek uit glas te bestaan en genietend bekeken ze de wisselende kleuren die, door grote schijnwerpers verlicht, onder hen door vlogen. Ze zaten in comfortabele ligstoelen met dikke kussens, dronken van de heerlijke koffie en snoepten van de vele lekkernijen die werden geserveerd. Dingen die ze nog nooit had gegeten en die haar wonderwel smaakten. Voldaan liet Bep zich achteroverzakken, haar oogleden werden zwaar en langzaam zakte haar hoofd opzij.

Ze werd wakker van een gong, waarna een zachte stem hen verzocht hun bagage in de lift te zetten. Een lift, in een schip? Bevreemd volgde ze de purser die hen naar een soort glijbaan begeleidde. Schuchter liep ze naast Bastiaan, die haar een bemoedigend kneepje in haar hand gaf. Waarna ze hand in hand het vakantieparadijs ingleden.

Het was inderdaad een droom. De waterwereld bleek een enorme koepel te zijn op de bodem van de oceaan. In plaats van een grauwe lucht zag ze een groenblauw gewelf, in plaats van sterren vele grote kleurige vissen. De grond bestond uit schelpen en kleine beekjes en watervallen braken door flinterdun jong groen. Het witgepleisterde hotel bood aan een honderdtal gasten ruime appartementen. Ieder raam leek uit te zien over de kleurige zee. Bep kneep zichzelf, ze moest dromen, hoe kon dit, voor zo weinig geld? Langzaam liep ze door haar luxe appartement. Een grote slaapkamer met tweepersoons bed, een gezellige zithoek met bar, een badkamer met ligbad. Ze ontkleedde zich terwijl de kuip volliep en een kruidige lucht de badkamer vulde. Terwijl ze zich langzaam in bad liet zakken zag ze opeens dat de vissen zich verdrongen voor het raam.

De eerste vakantieweek vloog om. Haar medereizigers bleken sympathiek, maar vooral met Bastiaan had ze veel plezier. Hij leerde haar duiken, zijn soepele lijf voegde zich moeiteloos tussen de vissen, hij leek er zelf wel een. Maar hij leerde haar ook liefhebben. Ze deelden kamer en bed, lepelden nachtenlang rondom elkaar. Ze wenden aan het gestaar van de vissen, waar ze zich ook bevonden. Aan het eind van de tweede week werd ze zich pas bewust dat er haast geen bedienend personeel was in de koepel. Wellicht was het daarom zo goedkoop? De overvloedige maaltijden, vaak bestaande uit heerlijke visschotels, haalden ze af aan de zelfbedieningsbar. Bij de terrassen stonden grote automaten met flesjes frisdranken, bier en wijn. Slechts enkele dikbuikige obers en struise kamermeisjes had ze opgemerkt.

De dag van vertrek zagen ze hulpeloos naderen. Ze wilden niet terug naar hun grauwe wereld, ze wilden blijven! In zijn armen huilde ze zacht die laatste nacht, terwijl grote vissenogen hen aanstaarden. Even dacht ze dat de vissen hun vinnen als handen tegen de ruit van haar slaapkamer legden.

Bij de receptie verzamelde zich de vertrekkende groep. Ieder moest langs de gezondheidscontrole, waar ze werden doorgelicht en gewogen. Bep was drie kilo aangekomen en Bastiaan vier kilo, in slechts twee weken! Goedkeurend knikte de keurder haar toe en gaf haar een kaartje. 'Personeel gevraagd,' stond erop. Het leek een droom. Een eigen appartement, opleiding, kost, en een goed krediet. Bijna de hele groep bleek zo'n kaartje te hebben gekregen, alleen degene die niet waren aangekomen in gewicht vreemd genoeg niet. Treurig wogen Bep en Bastiaan hun kansen om te worden aangenomen.

Samen stonden ze even later voor de manager. Het zweet liep Bep over de rug, haar klamme hand kneep in de hand van Bastiaan. Belangstellend leunde de manager naar voren. Beviel het hun hier? Waren de maaltijden goed? Hadden nog contact met familie of vrienden gehad sinds ze hier waren? Beiden schudden ontkennend hun hoofd. Nee, niemand stond hun nog nabij. Maar ze wilden wel graag samen blijven. En wilden daarvoor keihard werken. De manager zei dat het personeelsverloop hier de laatste tijd nogal groot was. Er werd door de buitenwereld heel wat personeel van hem afgesnoept, zei hij met een wrang lachje.

Ze kregen een korte introductiecursus en begonnen aan hun eenvoudige taken als kamermeisje en ober. Hun ruime appartement was van alle gemakken voorzien en de overvloedige maaltijden lieten hun sporen duidelijk achter. Bastiaan kreeg een buikje, en knuffelde bewonderend de welvende vormen van Bep. In hun vrije uren werden ze af en toe ingezet bij het duikersteam. Ze trainden in het zwemmen zonder zuurstoftanks, wat hen prima beviel. Steeds vaker verlangden ze naar het open vrije water. Dat hun haren uitvielen weten ze aan het zoute zeewater, hun ogen werden boller, en, vreemd genoeg hun voeten steeds groter.
Bastiaan praatte steeds minder met haar, maar ook Bep had weinig behoefte aan gesprekken. Vooral op hun gezamenlijke duiktochten, voelden ze zich in hun element.

De dag kwam dat zij hun duikuitrusting helemaal aflegden, zonder benauwdheid, maar met een gelukzalig gevoel rondzwommen in hun wondere waterwereld. Ze gingen niet terug naar hun werk. Gleden en kronkelden traag en liefhebbend om elkaar heen door het heldere water. Ze bleven wel in de buurt van de koepel, want via een kleppensysteem konden ze daar vers voedsel opnemen. Bep dacht soms wel eens dat ze iets weg moesten hebben van vette walrussen, door al dat overvloedige eten en weinig beweging. Soms keken ze lichtelijk verbaast naar de gasten in de koepel. Die wondere wezens met twee benen, die zich zo hulpeloos voortbewogen. Vergetend dat ook zij eens zo waren.

Pas toen Bastiaan verstrikt raakte in een enorm visnet begrepen ze het opeens. De O.O.V. De Onnutten Op Vakantie. Een vakantie voor altijd. In de kweekvijver van Terra. Om te dienen als voer voor de mens.

Vakantieparadijs © Nettie Kuijer

Homepage  Schrijversweb  Schrijversweb 2006  Nettie Kuijer