Homepage  Schrijversweb  Schrijversweb 2013  Juliaan Vandorne

Kuiltjes - Juliaan Vandorne

Het is zaterdagmiddag als de opdwarrelende stof die Dave en William veroorzaken door het zonlicht opvallend zichtbaar gemaakt wordt en de woonkamer iets mystieks geeft. De tweeling van mijn zoon Edwin is op bezoek en dat is voor mij wekelijks een groot feest. Hun moeder is even boodschappen doen, maar dat vind ik niet erg. Niet dat we elkaar niet mogen, maar ik heb mijn kleinkinderen en mijn zoon liever voor mezelf. Vanmorgen is Daan, mijn jongste zoon ook nog even langs geweest, alléén, want met zijn vriendin heb ik echt geen klik en zij ook niet met mij. Er is een soort wederzijdse verdraagzaamheid ontstaan. Ook Edwin en Daan gaan met elkaar om als vrienden op afstand met twee totaal verschillende, tegenstrijdige karakters. Daan is opvliegerig en haastig en aardt duidelijk naar zijn vader Cees, die ik nu een jaar of tien geleden buiten de deur heb gezet omdat hij alcohol belangrijker vond dan zijn plicht als echtgenoot en vader. Daarbij had hij ook nog losse handjes. De scheiding heeft uiteindelijk toch veel impact op me gehad waardoor ik van een mollige tante veranderd ben in een vegetarisch scharminkel. Ik weeg momenteel nog maar vijfenzestig kilo en als ik me niet opmaak en mijn haren naar achteren kam kan ik zo doorgaan voor een jongen. Mijn biologische lijf heeft bijna geen enkele vrouwelijke vorm meer, maar ik voel me er prima bij en flirten is allang niet meer mijn hobby. Ik heb het wel een beetje gehad met kerels. Behalve dan met mijn jongens en hoewel ik altijd er voor waak om geen voorkeur te tonen, staat Edwin qua karakter dichter bij mij. Hij lijkt in bijna alles op mij, alleen is hij gespierder natuurlijk.
“Hey, hey,” roept Edwin hard naar zijn jongens die al voetballend in de kamer bijna een grote kamerplant mollen.
“Ach, laat ze toch,” zeg ik.
Hij zucht en probeert zijn twee prachtige kinderen op de zitbank te zetten als de deurbel gaat.
“Wie kan dat nu zijn?” roep ik.
“Moet ik gaan kijken?” vraagt Edwin.
“Nee hoor,” lach ik, ”op dit tijdstip zullen het toch geen overvallers zijn …”
Ik loop naar de voorportaal van mijn vooroorlogse huis en met een brede zwaai en licht kraak trek ik de zware eikenhouten voordeur open.
Een grijzende vijftiger staat voor de deur met een map en ik vermoed direct een deur-aan-deur-verkoop. Net als ik wil zeggen dat ik geen interesse heb, kijkt hij me aan en gaat er een rilling van herkenning door mijn lijf.
Het heeft er altijd wel ingezeten en tegelijkertijd leek het er nooit van te komen, maar na zo’n vijfentwintig jaar staat hij toch bij me op de stoep. Jake. Alleen in een andere hoedanigheid dan ik een tijdlang gehoopt heb.
Ik voel fysiek de intensiteit van de zwaartekracht als ik hem bekijk. Een vreemde tinteling gaat over mijn huid en mijn gezicht verstrakt voelbaar. Mijn hart klopt in mijn keel en ik moet een sterke vluchtneiging onderdrukken. Ik kan natuurlijk de deur dichtgooien, maar ik doe uiteindelijk niets. Langzaam laat ik mijn ogen hun gang gaan. Ze zijn het enige in mij dat beweegt.
Hij is weinig veranderd, ondanks de lange tijd dat ik hem niet heb gezien. De kuiltjes in zijn wangen en de diepe plooi in zijn kin geven me een schok van herkenning en ik kijk onwillekeurig naar zijn mooie behaarde handen die ik weer over mijn lichaam voel gaan. Hij lacht breed en dat brengt me nog meer van mijn stuk. Het is alweer zo’n kwart eeuw geleden dat ik hem tegenkwam op een studentenfuif. Edwin en Daan willen in hun jonge volwassenheid maar niet geloven dat wij er destijds ook wat van konden op onze studentenfeestjes. Ik was in een ontdekkende periode en seks was ook in mijn tijd de gewoonste zaak van de wereld. Ik was lichamelijk voorzien van veel vrouwelijke rondingen en wilde dat ook wel tonen. Ik had bijna nooit een beha aan en liet de jongens vrijelijk kijken naar mijn deinende borsten en pronte tepels.
Een slecht en gebroken huwelijk met een andere, verdwaalde student en wat psychische depressies hebben die volslanke meid die ik destijds was veranderd in een magere vrouw met kort grijs haar. Mijn volle borsten zijn gedecimeerd tot biologische puntborstjes die gebukt gaan onder al die gezonde voeding. Ik doe aan yoga en mediteer dagelijks en alcohol drink ik al jaren niet meer.
Geen wonder dat Jake me niet meer herkent. Tenminste, zo lijkt het.
Jake vond mij destijds een ‘honey’ en bracht me op een avond thuis na een wild feest. Mijn ouders waren op vakantie en dat was de gelegenheid die de dief maakte, de minnaar in dit geval. In het juiste tempo wist hij me uit de kleren te krijgen en kuste me overal. Toen hij ook naakt was viel alles van me af wat schaamte betreft en liet me ongegeneerd nemen door zijn gebruinde en harige lichaam.
Ik was onder de indruk van zijn volwassenheid, zijn grappige wangkuiltjes en de voorname huidplooi in zijn kin. Ik was er vast van overtuigd dat we ons leven verder samen zouden delen en was head over heels.
Het lot bepaalde echter dat ik me geen zorgen dan wel illusies hoefde te maken over onze toekomst want enige weken later vertrok hij met zijn ouders onverwacht naar de Verenigde Staten. Dat dacht ik tenminste. Later hoorde ik dat hij niet meegegaan was en in Amsterdam was gaan wonen. Ik verhuisde naar een slecht huwelijk.
Einde Amerikaanse romantiek en erotiek. Ik heb later nog vaak orgasmes gehad bij de gedachte aan die vrijpartij. Daar hoefde ik niet veel voor te fantaseren, al werden de beelden in de loop der tijd wat vager. Evenals de hunkering. Uit het oog uit het hart.
“Hi…’ zegt hij terwijl hij zijn map opent en mij iets wil laten zien. Ik maak eruit op dat hij mij echt niet herkent. De zwaartekracht laat me een beetje los en ik doe een stapje naar voren. Ik wil daarmee verhinderen dat hij naar binnen komt. Hij lijkt kleiner dan vroeger.
Jake vertelt met een serieuze stem dat hij lid is van de IFAW, een internationale organisatie die zich bezighoudt met het welzijn van dieren.
Ik krijg de neiging om hem te vertellen dat het met mijn welzijn ook niet zo bijster gesteld is. Sinds hij zo lang geleden bruusk in en uit mijn leven stapte, ben ik in een soort vrije val geraakt. Jake bleef wel in mijn gedachten, maar ik belandde en verzandde in dat voorspelbare huwelijksleven met Cees.
Die had dus een hele kwade dronk over zich en sloeg me. Eerst met de vlakke hand, later met een stok. Ik hield het nog even vol, maar op een gegeven moment was ik het zat en wees ik hem na een jaar of tien gedoogbeleid hardhandig de deur. Spijt? Nee! Verdriet? Ja! Pijn? Zeker !
De liefde voor mijn kinderen heeft me verhinderd uit het leven te stappen, al kunnen zij natuurlijk niet alle taken van een partner vervullen. Ik heb er echter nooit meer een gevonden en eerlijk gezegd heb ik er ook niet echt naar gezocht. Ik heb het boek uit! Definitief!
Zijn ouder geworden vinger gaat over de full colour foto’s in de brochure die de dierenellende hartverscheurend in beeld brengen.
Ik probeer diep snuivend zijn geur terug te halen. Het was die typische cederhoutgeur van zijn zwaar behaarde lichaam die me bedwelmde, waardoor ik compleet van de wereld elke vezel ervan kuste. Ik was dronken van de liefde en hij was de eerste jongen die alles bij me mocht doen. Waar hij al die ervaring vandaan haalde wist ik niet en dat deerde me ook niet. He was all over me.
‘Ziet oe?’ vraagt hij met zijn nog immer sonore stem terwijl hij me aandachtig bekijkt. Ik voel een transpiratielaagje over me heen komen. Het kan de overgang zijn maar ik vermoed toch meer een vage angst dat hij me alsnog gaat herkennen. Of wil ik dat ook?
Het International Fund for Animal Welfare heeft blijkbaar een plaats veroverd in zijn hart getuige de gedrevenheid waarmee hij mij warm probeert te krijgen voor al dit animale leed. Zijn Nederlands is beter dan destijds, maar zijn Amerikaanse ronde ‘slang’ maakt het tot een aandoenlijk linguïstisch geklungel. Het is tevens zijn charme en ik moet echt moeite doen om niet te smelten.
Jake voelt blijkbaar mijn interesse, al weet hij niet dat hij het overduidelijk wint van het dierenleed.
Ik heb nog vaak aan hem gedacht toen ik al lang voor de tweede keer moeder was en vocht tegen hetgeen waarvan ik altijd gezworen had dat het me nooit zou overkomen. Het leven van mijn moeder. Zij zag mijn vader als een bron van inkomsten. Ondanks het feit dat hij maar niet van andere vrouwen af kon blijven, bleef ze hem trouw verzorgen en ik liep vloekend het ziekenhuis uit toen ze op zeventigjarige leeftijd definitief haar vermoeide ogen sloot, gesloopt door mijn vader en kanker.
Een déjà vu drong zich op toen ik Cees als echtgenoot afdankte en hem definitief de kroeg instuurde. Edwin én Daan van twaalf en tien jaar steunden me destijds onverdeeld in dit rigoureuze besluit.
‘You see?’ vraagt hij, me aankijkend met zijn prachtige grote ogen.
De kans dat hij me nog gaat herkennen wordt met de minuut kleiner waardoor ik me op mijn gemak ga voelen. Ik knik instemmend al heb ik geen idee wat hij allemaal gezegd heeft. Zijn mond beweegt maar ik neem geen enkel woord in me op. Zijn eendagsbaard beweegt soepel mee met de bewegingen van zijn kaken. Alles aan hem straalt vriendelijkheid uit. Zijn haren zijn sexy grijzend en steken, geholpen door gel, alle kanten uit.
Ik raak verward en beschaamd omdat ik zo’n vijfentwintig jaar nadat die jonge Yank me verliet sta te geilen op een inmiddels evenzoveel oudere versie ervan.
‘Wil oe lid worden?’ vraagt hij plotseling.
Binnen klinken de hoge stemmetjes van de kinderen. Ik knik en zoek naar mijn portemonnee.
‘Dat hoef niet,’ verzekert Jake me met een bezwerende gebaar. Ik hoef alleen maar te tekenen.
Met een trillende hand teken ik onleesbaar onder mijn meisjesnaam in blokletters.
Hij kijkt me aan en ik krijg een droge keel.
Dan gaat de deur van de woonkamer open en verschijnt de sportieve gestalte van Edwin.
Mijn twee liefdes kijken elkaar aan.
Beide lachen hun kuiltjes in de plooi…

Kuiltjes © Juliaan Vandorne

Homepage  Schrijversweb  Schrijversweb 2013  Juliaan Vandorne