Homepage  Schrijversweb  Schrijversweb 2015  Jim le Kluse

Te ver gegaan - Jim le Kluse

1.
Ergens in een achterafsteegje brandde het licht van de Tl-buizen zo fel in de donkere nacht dat het je bijna verblindde. Ze waren zo gemonteerd dat je het woord “Café” zou moeten lezen, maar door het grote contrast tussen het aardedonker van de nacht en de felblauwe verlichting valt het haast niet te lezen. Dat boeide de bezoeker vrij weinig; hij had meer oog voor de zwart geschilderde deur die onder de verlichting plaatsvond. Het miezerde licht dus droeg de bezoeker een dikke regenjas om het water buiten te houden. Hij hield er niet zo van om nat te worden. En al helemaal niet om het koud te hebben. Daarom beende hij maar snel naar de deur toe om zijn afspraak te ontmoeten. Zoals hij had gezegd moest degene hier op hem wachten. De bezoeker wist dat hij dat zou doen, want anders had zijn afwezigheid grote gevolgen voor hem kunnen hebben.
Met zijn knokige knokkels klopte de bezoeker drie keer op de deur. Het doorkijkluikje werd ruig opzij geschoven. Een norse kale man keek erdoorheen wie er naar binnen wilde. Hij had maar aan één blik genoeg om toegang te verlenen aan de bezoeker tot de café van zijn baas.
De man met de dikke regenjas trad naar binnen. De kleine ruimte van het café zonder naam werd verlicht door een warme gloed van kaarsen en gedempte lampen die aan de plafond hingen. Het licht werd gehinderd door dikke wolken rook die hier in het café hing. Negen van de tien bezoekers hier roken, en niet zo’n beetje ook. Sommigen steken hier rustig ook een dikke sigaar op, genot staat immers hoog op het lijstje. Iedereen kende elkaar. Het was altijd een gezellige boel. Niet voor niets had het Café geen naam. Hier kwam al het gespuis van Rotterdam heen om hun duistere zaakjes af te handelen, of in het geval van de bezoeker, juist opdrachten te geven.
De bezoeker kreeg aangeboden zijn jas te overhandigen aan een jonge vrouw, zodat ze zijn jas aan de garderobe kon hangen. Hij weigerde. Toen de vrouw zijn besluit respecteerde en weg liep, liet de bezoeker zijn blik door de kleine ruimte gaan. Ja, daar zit hij. Helemaal achterin aan een klein rond tafeltje wacht een slank ogende man op hem, turend naar zijn mobiele telefoon om de tijd te doden. De bezoeker stapt eropaf.

‘Goedenavond.’ De slanke man keek omhoog. Zijn opdrachtgever. Snel klikte hij zijn telefoon uit en stopte hij hem weg in zijn zak. Evenals de bezoeker had ook hij zijn jas nog aan gelaten, omdat hij wist dat hij wat van zijn opdrachtgever kon krijgen. ‘Goedenavond, meneer,’ groette de man terug. De bezoeker sleepte de dichtstbijzijnde stoel naar zich toe om ook te kunnen zitten aan het kleine ronde tafeltje. Meteen haalde hij een envelop tevoorschijn die hij bij zich had gedragen in de zak van zijn jas. De jonge man voelde zich niet erg op zijn gemak. Hij was weliswaar hier enkele keren meer geweest, maar omdat hij een van de jongste bezoekers was kon hij altijd gevaar lopen. Dat was ook de rede waarom hij zich de laatste dagen niet geschoren heeft: met baard lijkt de jonge man iets ouder qua uiterlijk. Dit was het terrein van mensen waarmee je niet snel ruzie zocht.
Met een doffe plof landde de envelop op het tafeltje neer. Erop stond geen enkel woord, volledig blanco. ‘Dit moet voorlopig genoeg zijn. De opdracht staat in de brief. Als je hem hebt gelezen, verbrand hem dan meteen. We willen geen enkel risico lopen, begrepen?’ Bij wijze van bevestiging knikte de jonge man enigszins zenuwachtig. Zijn opdrachtgever ging ondertussen ongestoord verder. ‘Zorg ervoor dat alles goed verloopt. Een enkel foutje en je weet de consequenties. Ook als je niet voldoet aan mijn verwachtingen. Ik hoop dat ik hiermee niet al te veel van je gevraagd heb.’ De man schudde zijn hoofd. ‘Goed,’ besloot de bezoeker. ‘Als je alles met succes voltooit heb, krijg je een bijzondere beloning. Wat blijft natuurlijk de verassing.’ De bezoeker grinnikte, de jonge man glimlachte mee. ‘Succes,’ zei de bezoeker. ‘Dank u wel. Ik zal u niet teleurstellen.’ De bezoeker grinnikte weer. Hij stak zijn hand uit. De jonge man schudde de hand. Hij kreeg iets overhandigt tijdens de handdruk. Verbaasd keek hij naar wat hij zojuist kreeg van zijn opdrachtgever. ‘Geniet ervan, jonge god. Vanavond is nog het moment om te kalmeren, maar morgen moet het echt beginnen. O, en nog één ding: mocht je nog wat overhouden, verbruik de rest zelf dan maar. Het is je gegund.’
Dat waren de laatste woorden die zijn opdrachtgever deze avond tegen hem hoorde zeggen. Hij stapte op en schoof de envelop wat dichter naar de jonge man toe, waarna hij het café weer verliet. De “jonge god” zelf keek hem alleen maar na. Vervolgens stopte hij maar de envelop weg in zijn jaszak en stak de sigaret op die hij zojuist gekregen heeft.

2.
Haal de trekker over. Haal hem over. De moordenaar stond met knikkende knieën tegenover zijn doelwit. Degene lag geknield voor hem en keek hem met grote ogen aan. Waarschijnlijk vroeg hij zich af waar de jongen mee bezig was. Dit had hij nooit verwacht.
Slimme zet. Een van de trouwste klanten gebruiken om hem te vermoorden. ‘Het moest zo lopen,’ zei de moordenaar kortaf. Na zijn laatste woord haalde hij de trekker over. Zijn doelwit schoot meteen achterover en bleef liggen, waarna de moordenaar vervolgens zijn pistool weer wegborg en zich uit de voeten maakte. Hij moest hier snel weg zien te komen voordat iemand uit de flat het lijk opmerkte.
Met enige snelheid holde hij de wenteltrap af naar beneden. De tegel stond klaar in de kelder. Na een kleine minuut bereikte hij dan eindelijk de kelderdeur. Bijna klaar. Met een ruk opende hij de deur en zag meteen de tegel voor hem klaarliggen. De sleutel van de kelderdeur lag erbovenop. De moordenaar graasde de sleutel van de tegel af en stopte hem weg, terwijl hij zijn pistool weer tevoorschijn haalde. Hij legde het wapen op de grond en pakte de tegel beet. Maar liefst acht keer liet hij het beton op de pistool vallen. Dit moet genoeg zijn. Van de pistool was weinig meer over. Rechercheurs zouden het niet meer kunnen onderzoeken.
Met een laatste blik op het wapen legde de moordenaar de tegel erbovenop en verliet de kelder weer. Hij deed de deur achter zich dicht en meteen ook op slot. De sleutel zou hij meenemen en later achterlaten in de vuilniszak van zijn buurman. Opdracht voltooid.

Dit was ondertussen een week geleden.

Steve kwam diep in de nacht weer thuis. Hij had iets teveel genomen van de genotsmiddelen die verkrijgbaar waren in het café en vergat de tijd. Hij had niet eens de brief gelezen. Pas om één uur had hij er erg in. Shit! De opdracht! Ik moet naar huis… Wankelend liep hij rechtstreeks naar zijn kamer op de volgende etage. Zijn ouders sliepen diep en hoorde hun zoon nauwelijks. Ze waren het gewend dat Steve zo laat thuis kwam.
Eindelijk zijn kamer bereikt liet hij zich vallen op zijn bed met de envelop in zijn hand. Hij krabbelde overeind en scheurde de envelop open. Gedachteloos keerde hij zijn envelop ondersteboven en viel er een brief met briefgeld uit. Eerst telde Steve het geld; dat was altijd iets wat meteen zijn aandacht trok. Duizend. Daar kan je wat mee. Na het tellen liet hij het geld links liggen en vouwde de brief open.

“Steve,

Jouw opdracht is als volgt: bouw een bom. Ik weet dat je er handig en brutaal genoeg voor bent om er een aardige te maken. Haal de explosieven uit België, de rest mag je zelf weten. Wat je erbij gekregen heb moet er genoeg voor zijn. Je bom is bestemd voor iemand die uit de weg geruimd moet worden. Je moet daarom de bom zelf plaatsen bij het adres wat je telefonisch op vrijdag van mij te horen krijgt. Zaterdag moet de bom geplaatst worden. Als de opdracht voltooid is, bel je me terug. Het woord “voltooid” is genoeg als ik opgenomen heb.”

Een bom. Makkie. Het was dinsdag en zaterdag moest het af zijn. Het enigste wat Steve wilde weten was voor wie het bestemd was. Hij vond het raar dat hij het adres pas vrijdag kreeg. Het is niet anders.

Het was eind november en het miezert nog steeds in het kikkerlandje. In België waren al de eerste sneeuwvlokken gezien. Het land bereidde zich daarom al voor op de winter die eraan zat te komen. Maar niet alleen dat, ook waren er al de eerste particulieren bezig hun vuurwerk te verkopen om al vroeg veel winst te maken. De explosieven uit België. Steve had geluk dat hij met zijn vriendengroep altijd naar België ging om vuurwerk te kopen. Desley was de oudste van de groep en reed altijd. Hij was negentien jaar en bezig aan zijn opleiding om een degelijke baan in de omgeving te verkrijgen.
Verder had je de broers Fred en Perry die de jongsten van de groep waren. Ze waren altijd vol met humor en plaagde graag iemand anders. Aan interesse van de meiden hadden ze geen gebrek: niet alleen de humor viel in de smaak, maar hun uiterlijk hadden ze ook erg mee.
Als laatste van de groep had je Darren. Desley en Darren waren vroeger al vrienden omdat ze op dezelfde basisschool zaten. Anders dan de anderen was Darren wel. Hij tekende veel, was creatief bezig en werd snel agressief. Het had ook wel met zijn thuissituatie te maken; zijn ouders waren gescheiden en zijn moeder waar hij was bij ingetrokken was flink ziek. Een jaar geleden verloor hij ook zijn opa waar hij het heel goed mee kon vinden. Vorige maand werd Darren zeventien en in plaats van dat te vieren was hij aan het zorgen voor zijn moeder en had ook dezelfde dag een bezoek gebracht aan het graf van zijn opa. De vriendengroep was een toevluchtsoord voor hem. Iedereen kon daar kwijt wat hij wilde, dus Darren net zo goed.
De groep was berucht onder de plaatselijke jongeren. Niet alleen vanwege de broers, maar ook omdat de vrienden veel naar feestjes gingen en altijd wel meiden om hun heen hadden hangen. Roken, drinken, alles was veroorloofd. Er waren geen regels. Tot nu toe is het alleen maar goed gegaan. Maar wie eenmaal begint, wilt op een geven moment meer…
Daar hadden de jongens hun drugsdealer voor. Kerem heette hij, en ook hij was een vrij jonge gozer. Vooral Darren kocht veel bij die maat. De rest van de groep volgde, maar met mate. Het moest ten slotte leuk blijven.

3.
Iedereen van de groep kende Kerem. Ze waren daarom dan ook totaal verrast toen ze een bericht hoorde dat hij vermoord was aangetroffen in zijn eigen flat. Te hogen prijzen waren de rede van de moord. De dader was onbekend. Steve dacht terug aan het moment dat de jongens het te horen kregen. Iedereen was aangeslagen. ‘En nu?’, vroeg Steve in het luchtledige, terwijl hij met tranen in zijn ogen naar de vloer had zitten staren. ‘Ik had al een andere dealer op het oog,’ zei Darren. ‘Misschien kan ik aan hem vragen of hij wat heeft.’ ‘Hoe heet hij?’, vroeg Fred op de man af. ‘Geen idee,’ antwoorde Darren toen. ‘Ik weet alleen dat hij wiet voor een degelijke prijs te koop aanbiedt.’ Een dag later had Darren al de volgende lading meegebracht. De jongens hadden toen afgesproken dat alleen hij het zou regelen zolang iedereen maar betaalde in de pot. Iedereen betaald, Darren haalt. 

De gedachte aan vorige week schoot Steve ten binnen toen hij s’ morgens zich weer eens ging scheren. Hij nam zich voor om het meteen over België te hebben als hij zijn vrienden weer ziet, ze zaten immers ook op dezelfde school. Alleen Desley zat ergens anders te studeren omdat hij al negentien was.
Tien uur. Mijn eerste lesuur begint dadelijk. Steve was wat vroeger op school in de hoop dat hij zijn vrienden al zou zien. Dat was helaas niet het geval. Pas in de eerste pauze zagen ze elkaar weer op het vaste plekje vlakbij de school onder het genot van een joint. ‘Zeg jongens,’ begon Steve. De broers en Darren keken op. ‘Ik heb een kleine verassing… ik heb van mijn ouders wat vroeger geld gekregen om wat vuurwerk te kopen in België. Wie gaat er mee?’ De twee broers keken elkaar aan. ‘Ja, cool!’, zei Perry. Fred knikte instemmend. Darren daarentegen leek wat minder enthousiast. ‘Waarom krijg je het geld eerder?’, vroeg hij even later vertwijfeld. ‘Geen idee,’ reageerde Steve. ‘Als verassing denk ik…’ ‘Kom op Darren man! Verpest het feestje nou niet voor hem, hij was net zo blij. Alleen jij trekt zijn verhaal weer in twijfel,’ zei Fred. Darren lachte gesmoord. ‘Goed, goed. Wanneer wilde je gaan?’ Steve dacht na. ‘Ergens deze week. Ligt eraan wanneer Desley kan.’ ‘Hey!’ De jongens keken om. Sandra liep op hun af met een sigaret tussen haar vingers geklemd. ‘Alles goed jongens?’ Perry en Fred knikte tegelijk, beide starend naar de grote voorgevel van Sandra. Al forceerde ze wel een beetje, Steve vond dat de broers alle recht hadden te kijken. Ze mocht er zijn, vond hij. Ook haar achterwerk viel niet tegen naar zijn mening. Niet voor niets was ze een jongensmagneet. Het onderwerp België werd daardoor overschaduwd en maakte plaats voor een interessant gesprek met Sandra.

Na een korte schooldag ging Steve meteen door naar het centrum om alvast de eerste spullen te kopen voor zijn bom. Later verstuurde hij een berichtje naar Desley met de vraag wanneer hij naar België kon rijden. Al snel kreeg hij antwoord. “Donderdagmiddag ben ik vroeg vrij, dat kan ik wel.” Dat is morgen al! Dat kwam mooi uit. Als hij ons opwacht kunnen we gelijk na school meteen door. Dit is makkelijker dat gedacht. Alles zit mee.

De volgende dag gaan de vrienden dan zoals afgesproken naar België. De broers discussieerden, maar Darren keek wat somber uit het raam. Er is iets met hem. Al vanaf vorige week was hij al wat ingenomener. Waarom verteld hij niet wat hem dwarszit?
Eenmaal België bereikt stappen de vrienden meteen naar hun vuurwerkhandelaar waar ze altijd heen gaan. Ze pakten ieder een mandje en beslisten vervolgens zelf wat ze kopen. De rekening werd zelf betaald. Nitraat. Waar is de nitraat. Steve grist wat vuurwerk uit de bakken met de wat lagere prijsklasse. Hier. Dan nog de aansteeklont. Daar hoefde je niet veel moeite voor te doen; die waren al te koop vanaf twintig cent. Na een uur was iedereen uitgekeken. Nu heb ik alles. Dit moet goedkomen. Ik heb twee dagen de tijd. Eventjes verstarde Steve wel toen hij bedacht dat hij morgen het belletje kreeg met het adres. Darren keek meteen op. ‘Is er iets?’ Steve schudde zijn hoofd. ‘Nee, alles prima.’ ‘Kalmeer eens een beetje,’ beet Desley Darren nu toe. ‘Je ziet er al de hele dag wat opgefokt uit. Neem eens een uurtje rust als je thuis bent, dat zal je goed doen.’ Darren mompelde wat terug. Steve was Desley weer eens dankbaar.

Vrijdagmiddag half vijf. Steve was in de schuur bezig met zijn bom. Het ging voorspoedig, hij was al voor de helft af. Naast zijn werkbank lag zijn mobieltje. Hij kon ieder moment afgaan.
Vijf minuten later was dat het geval. Steve nam gehaast op, pen en papier had hij al klaargelegd. ‘Ja?’ ‘Aardendonk 34 Rotterdam,’ zei een diepe mannenstem aan de overkant van de lijn. Wat? ‘Sorry, maar…’ ‘Doe wat je is opgedragen jongen. Je weet wat de consequenties zijn als je het niet doet,’ onderbrak de mannenstem hem. Daarna werd er opgehangen. Nee. Dit kan niet. Maar diep vanbinnen wist dat Steve het klopte. De waarheid was keihard. Nog geen seconde later belde hij zijn vriend op. ‘Je moet naar me huis toe komen. Nu.’

4.
Vrijdagmiddag kwart voor vijf. Darren belde aan bij de voordeur. Ziedend smeet Steve de deur open. ‘Naar binnen! Nu!’ Darren keek hem raar aan, maar gehoorzaamde wel. Net zo witheet als hij de deur open deed, zo smeet hij de deur net zo hard dicht. ‘Wat bezielt je man? Vertel op! Wat zit je dwars?’ Darren keek Steve alleen maar glazig aan. ‘Waar heb je het over?’ ‘Je weet het wel! Zeg op! Jij hebt het gedaan he?’, schreeuwde Steve. Darren haalde zijn schouders op. Daar was het antwoord al. Hij ontkende niet. De eerste traan vloeide al uit Steve’s ooghoek. ‘Waarom heb je Kerem vermoord?’, vroeg hij wat kalmer. Darren stond als verstijfd tegenover zijn vriend in de gang. ‘Hoe weet je het?’ Steve schudde zijn hoofd. ‘Kijk in de schuur,’ beval hij Darren. Zijn vriend beende ongelovig naar zijn schuur toe. Steve volgde wat ineengedoken. Bij de deuropening zag Darren de bom al liggen. ‘Voor jou bedoeld,’ fluisterde Steve achter hem. ‘In opdracht van de man die me net belde om mij jouw adres te geven.’ Steve keek achterom. ‘Kreeg je opdracht om mij te vermoorden?’ Steve knikte zwak. ‘In ruil voor een bijzondere beloning. Ik heb de man ontmoet in Rotterdam in het café zonder naam.’ ‘Allemachtig nee! Daar heb ik mijn opdrachtgever ook ontmoet! Ik moest van hem onze drugdealer vermoorden omdat hij hem dwarszat. De man weigerde de prijs te betalen die Kerem vroeg en kregen daardoor ruzie. Hij moest echter door mij uit de weg geruimd worden omdat hij te veel wist van zijn organisatie. Ik, als trouwe klant die hem aardig kon, mocht het doen, in ruil voor een flinke som geld en onbeperkt drugs aangeboden door hemzelf wat hij vast via een ander kreeg.’ Steve stond versteld. Darren liet zijn hoofd hangen. ‘Ik had echt snel wat geld nodig… het was alleen maar om mijn familie te redden…’ ‘En ik heb het nodig om mijn telefoonschulden af te lossen…’, biechtte Steve op. ‘Ik kan niet zonder wiet weetje, en daarom liet ik de kosten van mijn telefoon links liggen.’

5.
Darren snapte het maar al te goed. Hij wist dat zijn ouders hard werkte tot in de avond om goed rond te komen, luxeproducten moest Steve zelf maar betalen. Zo was het ook bij hemzelf. Alleen werkte hij wel vier dagen in de week om wat te verdienen. Zo kon hij net alles netjes betalen en kon hij iets betere middelen regelen voor zijn moeder. Ten slotte had zij alleen maar een uitkering, en ook dat was net genoeg om het huis af te betalen, voor kleding en voor het eten te zorgen. Wat ze overhield was voor haar medicijnen. 

‘Ik wil je niets aandoen,’ zei Steve schamper. ‘Begrijp ik. Maar anders wordt je vermoord door hem he?’ Steve knikte. Je opdracht niet uitvoeren staat gelijk aan een moord die je kan verwachten door een van de handlangers van de opdrachtgever. ‘Hij moet me weg hebben omdat wij teveel nodig hebben,’ concludeerde Darren. ‘Dat kost veel te veel voor hem. Daarom heeft hij jou denk ik benaderd zodat je mij af kan maken of anders ruzie met me krijgt, waardoor hij tracht de groep uit elkaar te trekken.’ ‘Dat lukt toch al. Er wordt hoe dan ook iemand vermoord, jij, wij of misschien wel ieder van ons.’ Darren liet de zinnen op zich inwerken. ‘Of we stoppen.’ Steve snauwde. ‘Je bent toch wel zo ver dat je weet dat je niet meer zonder kunt?’, vroeg hij. Darren zweeg. We hadden nooit moeten beginnen. Zelfs als Steve zich nu opoffert voor iedereen, moet ik alsnog vermoord worden.

De vrienden namen een besluit. Om de broers en Desley te redden, hebben ze besloten dat Darren alsnog vermoord zou worden door Steve. Hierdoor kreeg Steve zijn beloning en kon hij zichzelf van kant maken. De opdracht was immers dan toch al voltooid en had de opdrachtgever het naar zijn zin gekregen.

Zaterdagmiddag vijf uur. Steve stak het lont aan. De bom die hij afgemaakt heeft ontploft een minuut later uit elkaar. Hij wist dat Darren gespannen wachtte tot het moment daar was. Vaarwel beste vriend. Ik zie je later hierboven.
‘Voltooid,’ zei Steve emotieloos door zijn mobiel. ‘Vanavond acht uur, café zonder naam. Zie je daar,’ klonk de andere stem. 
De laatste uren van zijn leven waren zo emotioneel dat hij alles negeerde.
De ontploffing haalde al snel het nieuws. Later zal bekend worden dat de dader dezelfde dag nog werd gevonden. Hij lag met zijn rug op het gras in een Rotterdams park met een bebloed mes naast zich. Hij had duizend euro cash op zak. Het gezicht van Steve staarde naar de sterrenhemel. Emotieloos. Daarboven zou hij zijn vriend allang gevonden hebben. 

Blijf van drugs af. Er zijn talloze andere dingen waar je kan van genieten in het leven en waar je niet dood aan kan gaan. Verrijk je leven op de juiste manier.

Te ver gegaan - Jim le Kluse

Homepage  Schrijversweb  Schrijversweb 2015  Jim le Kluse