Homepage  Schrijversweb  Schrijversweb 2003  Jenine Sikkelbein

Waarom? - Jenine Sikkelbein

06-02-1998

Lief dagboek

Het was een heerlijke dag. Wel koud, erg winters, maar de sneeuw maakte alles zo mooi en zacht.
Ik had er weer helemaal zin in, en besloot er een mooi samen-er-op-uit dagje van te gaan maken met m’n kleine Jorrit. Raar eigenlijk, hoe je op bepaalde momenten echt kunt genieten van iets of iemand.
Gelukkig kan ik weer genieten van Jorrit, wat zou dat lieve kind ook moeten met een moeder die niks meer wil en kan. Dat was een jaar geleden wel anders..
Het is natuurlijk ook niet een makkelijke opgave, om na lang rouwen, zomaar je leven weer als vanouds op te pakken. En alles doen als dat je het gewend was. Net als toen….
Toen Jorrit nog een vader had, een hele lieve nog wel. Echt, hij was fantastisch met z’n zoontje.
Ik wens echt niemand toe dat t’ie degene waarvan hij houdt, kwijtraakt. Jorrit was na het dodelijk ongeval van zijn vader, niet alleen een vader kwijt, maar eigenlijk ook zijn moeder.
Ik bedoel, ik leefde natuurlijk nog wel. Maar ik wérd meer geleefd. Door iedereen die me steunde; familie, vrienden, therapeuten, je weet wel hoe dat gaat.
Altijd wilden ze me opvrolijken en me proberen de goede kanten van het leven te laten zien.
Maar het zit diep van binnen, het moet echt uit jezelf komen.
Je moet het zelf weer zien zitten. Ik had gewoon het gevoel dat ik alleen nog wilde leven om Jorrit. Omdat hij diegene was, waar ik ontzettend van hield. En mijn enige doel op dat moment was nog om hem gelukkig te maken.
Ik wilde hem alle liefde geven die ik maar in me had. Maar het lukte me niet, het lukte niet om van m’n zoon te houden, en hem de mooie dingen van het leven te laten zien als eerst.
Ik dacht vaak aan wat m’n oma me geleerd had toen ik nog jong was. ‘Je moet leren houden van, zonder jezelf te verliezen.’ Maar voor mij kreeg het nu een omgekeerde betekenis. ‘Steeds minder kunnen houden van, betekent steeds meer te verliezen.’
Nou was Jorrit nog maar 5 toen het gebeurde, maar kinderen voelen toch wel aan hoe je je voelt. En ik voelde dus helemaal niets. Alles kon me gestolen worden, ik wilde alleen Jorrit dubbele liefde geven, zodat hij niets te kort zou komen omdat hij een vader miste. Het lukte me niet, ik wilde zo graag genieten van hem. De rest maakte me niks uit. Iedereen deed natuurlijk poeslief en meelevend. Maar ze zijn voor mij allemaal vreemden.
Ik vond het allemaal schijnheilige mensen. Je weet wel, op zo’n manier dat nu ineens de mensen altijd vriendelijk doen en vragen hoe het gaat. Maar dat je dan een idee hebt van; ze doen het alleen om erachter te komen of ik het wel erg vond of om te kijken of ik al een ander heb.
Zodat ze weer sensatie hadden. Daar is de mens immers op uit, toch?!

Ik had het idee dat niemand echt interesse in me had, hoe ik me voelde, wat er in me omging, waar ik nog voor leefde. Iedereen bleef maar van een afstandje kijken. Net als bij een voetbalwedstrijd. Kijken, toejuichen wat je moet doen, commentaar geven bij wat fout is, en maar kijken. Maar nooit echt zich in het spel mengen. Nooit echt een gesprek aangaan. Misschien omdat ze het niet durfden,, bang dingen boven te halen bij me, waardoor ik zou gaan huilen, waar ze weer niet mee om zouden kunnen gaan. Ik weet het niet.En dat was juist waar ik behoefte aan had. Maar goed, om alles weer boven te halen en te gaan zitten zeiken heb ik niet bepaald zin in.
Gelukkig ben ik een heel ander mens geworden. En kan ik nu wel goed van m’n kind houden, en ook weer genieten van bepaalde dingen. Zelfs de mensen bekijk ik niet meer zo schuw. Beetje bij beetje merk je toch dat je de dingen weer op moet pakken, en wat van je leven moet maken.
Ik beseft dat ik toch nog blij kon zijn, maar zonder Jorrit had m’n leven waarschijnlijk weinig zin meer voor mij gehad…
Mensen kunnen vaak niet genieten van de mooie dingen, omdat ze het vást willen houden. Ze willen niet dat et stopt, en focussen zich daar dan veel te veel op. Je moet juist genieten van datgene waar jij een lekker gevoel bij hebt en wat jouw leven zinvol maakt. Genieten, en niet denken; ja, morgen is’t leven weer dikke shit.
Ik ben blij, echt ontzettend blij met Jorrit. Hij maakt m’n leven zinvol, als ik hem zie spelen, en hem blij zie zijn. Dan weet ik gewoon dat het leven het waard is om erin te blijven. Ik zou niet zonder hem kunnen…..
Maar wat zit ik nou allemaal te schrijven, ik wou eigenlijk schrijven over hoe goed ik me vandaag voelde. En hoe we vandaag hebben genoten, het was super om te kunnen lachen, en het nog te menen ook…
Dat ik dit dieptepunt van m’n leven hiervoor beschreven heb, komt waarschijnlijk omdat ik het nog nooit eerder opgeschreven heb voor mezelf. (laat staan voor anderen) Van jongs af aan heb ik altijd zoiets in me gehad, dat ik als ik blij was, dat ook aan zoveel mogelijk mensen wilde laten zien. Een als er iets leuks was gebeurd, verteld ik het het liefst aan iedereen die het maar horen wilde.Maar als het om de moeilijk dingen gaat, dan verschuil ik me. Dan is iedereen een vreemde. Waarom zouden anderen mijn problemen moeten horen? Iedereen heeft toch wel wat?
Ik heb geen zin om als zielig mensje over te komen. Narigheid was altijd een zwak punt, dat kon ik wel verschuilen. Nee hoor, ik ben altijd vrolijk en niemand hoeft te denken dat ik het niet meer zie zitten. Dat is denk ik ook de reden dat ik juist nu, nu ik weer plezier in m’n leven heb. Begin met een dagboek schrijven.
Misschien was het juist goed voor me geweest om m’n verdriet door middel van het op te schrijven, te vergeten. Maar nu voel ik me goed en nu begin ik dus een dagboek. Het is wel raar nu ik zo dit stuk hiervoor teruglees. Over het verlies en het verdriet enzo. Dan krijg ik toch een soort schaamtegevoel over me heen. Net of ik spijt heb dat ik het opgeschreven heb, omdat ik dan vind dat ik niet zo zielig moet doen. Je leeft toch altijd met een masker?
Maar goed, het is een dagboek, en ik hoef me toch niet voor mezelf anders voor te doen dan ik ben, toch? Nou dwaal ik weer af!
We zijn dus vandaag met z’n tweetjes de bossen ingegaan. Lekker gek doen! Echt waar, het sneeuw zat zelfs in m’n ondergoed en volgens mij zijn we morgen beiden ziek. Maar we vonden het fantastisch, en ik kon ook aan hem merken dat hij superblij was zijn moeder weer ‘terug’ te hebben. Ik hou van hem, en ik zou gek worden als ik hem niet meer had… Welterusten, ik ben onderkoeld en ga snel onder de dekens.

Hoi, ik moet nog eventjes iets kwijt. Lig ik net in bed, komt Jorrit eraan:, Mam ik hou van je, en mag ik bij jou slapen, er zit een monster onder mijn bed.’ Wat een schat he?
Niets is meer zoals het was. Het hele huis is een grote zooi.
Alles is kapot, alles ligt overhoop. Het lijkt alsof er een orkaan door het huis is gegaan, die haar na een heftige werking, eenzaam en verlaten heeft achtergelaten…
Maar als je goed kijkt, is het huis niet verlaten, tussen al de door verdriet en woede, kapotgeslagen spullen. Zit een jonge vrouw, haar mooie ogen zijn doorweekt van tranen. Op haar gezicht is duidelijk veel ellende te lezen. Te veel ellende, ze kan het niet meer aan..

Gisteren, de dag nadat ze zoveel lol in de sneeuw hadden gehad, stortte haar wereldje na een vreselijk bericht opnieuw in. Het leek een droom, een nachtmerrie, maar nee, het was echt de werkelijkheid. Ze voelde het toen ze haar zelf begon toe te takelen met voorwerpen. Ze voelde de pijn, de pijn die ze alleen maar harder wilde voelen. Harder, tot bloedens toe, om de onverdragelijke pijn in haar hart niet te voelen…

Hoe kon dit gebeuren? HOE??!! Waarom gebeurt er zoiets verschrikkelijks? En waarom met haar kind, haar lieve onschuldige Jorrit? Die nog zo’n mooie toekomst voor zich had, en met wie ze de wereld aankon….. Het is al bijna middag, ze zit al minstens 18 uur door te draaien.Uitgeput van al haar verdriet, onmacht en kwaadheid valt ze in slaap….een alleenstaande vrouw die gisteren nog moeder was…. Ze droomt.Ze droomt alles precies zoals het ging, die dag van de duivel:

Het was weer een koude maar zonnige winterdag. Jorrit was naar school en zou om vier uur naar huis komen op z’n fietsje. Het was immers maar een klein eindje van school naar huis. Maar thuis is hij nooit meer gekomen.Er was een man….(ze stelt zich zo voor hoe hij eruit zou zien, en walgt van hem en wil hem het liefst op gruwelijke manier vermoorden)..
Die man was dronken, stomdronken, op klaarlichte dag! Zeker veel problemen thuis. Hoe haalt zo’n iemand het in z’n stomme hoofd om dan te gaan rijden. De man reed dus (voor zover je het ‘rijden’mag noemen) roekeloos hard en onbenullig. Kleine Jorrit zat vrolijk zingend op zijn fietsje, onbewust van hoe lang hij nog genieten kon. En toen was het gebeurd…één klap, maar groot genoeg om een einde aan Jorrit’s leven te maken.

De politie kwam niet lang daarna bij haar en verteld het verschrikkelijke eind van haar zoontje. Ze weet het precies, elk woord kan ze zich herinneren. Alsof ze het nodig zou hebben om alles terug te draaien als een film. Alles wissen, en opnieuw beginnen.
Ze vroeg de politie of ze haar alleen wilden laten.
Toen begon de ellende, schreeuwde, huilde en gooide met alles wat ze kon vinden.
De hele dag en de hele afgelopen nacht komt weer langs in haar droom, precies zoals het ging.
Na een tijdje werd ze wakker, en zag de rotzooi, blauwe plekken en opgedroogd bloed op haar lichaam.Uitgeput van de onrustige slaap, waarin ze totaal niet rustiger is geworden, blijft ze zo een tijd lang liggen. Verlaten, vol verdriet en woede, en niet wetend wat te moeten doen.

Plotseling valt haar oog op het dagboek. Ze pakt het op en leest het. De tranen beginnen weer te vloeien alsof ze nooit gestopt zijn en nooi zullen stoppen.
‘En hoe we vandaag hebben genoten, het was super om te kunnen lachen, en het nog te menen ook’‘Ik hou van hem, en ik zou gek worden als ik hem niet meer had.’
Die 2 zinnen maakten het haar nog zoveel ondragelijker dat ze met het kleine beetje kracht dat nog in haar zat, een pen pakte en haar laatste woorden in het dagboek schreef:
Ellende zal niet stoppen.
Voor je er zelf een eind aan maakt…..

Waarom? © Jenine Sikkelbein

Homepage  Schrijversweb  Schrijversweb 2003  Jenine Sikkelbein