Homepage  Schrijversweb  Schrijversweb 2006  Frouke Molen

Gedichten - Frouke Molen

Kleinheidswaanzin

allerbelabberdst kruipt zij het gespuis tegemoet
loopt haar laatste dagen havenloos bij elkaar
als chocolade-ijs dat smelten zal, door een donderstraal
in twee gespleten

ze oogt altijd mooi
hij die haar betalen kan
voelt zich vast even hemels koning in haar web van hel

zijn portefeuille tovert hem de mooiste dromen
en lipstick kust zijn ego
neonlicht
een masker van de echtheid

hij frutselt haar laatste fatsoenlijkheid weg
honing op een lappendeken
enkel haar schaduw leeft

2) Dood

Zo snel niet op te geven
rijgt men met degens de blinde steken aan elkaar
Waar rode zondvloed zijn rivier spreidde,
groeven diepe kuilen weidse schaarste
De zuurstof verpakt in flessen
houdt de kamer hier in leven
Want zonder adem
zing je geen lied
En zonder vallen sta je niet op
Radslag in een lege tunnel
Doet de helse klimtocht dalen
Wonde die doorlicht
Vermoeide rimpels op haar gezicht
Als loopgraven die de oorlog staken
De musketon klaar om los te haken.

1) Levende

Zo snel niet op te geven
duwt pijn het leven naar de aarde toe
Door dalen en met pieken
geven cijfers kansen weer
van slagen en mislukken
Twee handen kunnen helpen
maar de steun is niet gewild
Voeten blijven dapper vechten,
stampend een weg naar geborgenheid
Denkt het zo
Van warme thuis
naar verwarmd huis
Stilte en gekrijs
De laatste diepe zucht
Kleine ogen zien het magere middaglicht
Pasgevormd klimt de glimlach op het gezicht

Gedichten © Frouke Molen

Homepage  Schrijversweb  Schrijversweb 2006  Frouke Molen