Homepage  Prozawedstrijd  Prozawedstrijd 2002  Masja van Herpen  Beoordeling BSN

Beoordeling Sporen - Masja van Herpen door BSN

Met een tekst als Sporen wordt eens te meer aangetoond hoe moeilijk het is een (heel) kort verhaal te schrijven. Elke redacteur kent het fenomeen van de complete roman die in twee pagina’s geperst is. Het resultaat is bijna altijd een tekst die bestaat uit tijdverdichtingen (stukjes samenvatting) en uitlegzinnen, die de auteur nodig had om zijn bedoelingen over te brengen. Een verhaal wil zoiets maar niet worden.

Het goede korte verhaal heeft met het gedicht gemeen dat het in de eerste plaats suggestief moet zijn: de beperkte handeling van de hoofdpersoon dient zodanig genoteerd te worden, dat er bij de lezer van alles opgeroepen wordt. De schrijver zal in de observaties en in de dialoogtekst dus heel goed moeten selecteren; hij moet in geen geval expliciet vermelden wat hij zelf als betekenisvol (het ‘thema’) ziet.

Aan het aandragen van betekenissen is de schrijfster van Sporen niet helemaal ontkomen en daardoor is het verhaal minder suggestief dan het had kunnen zijn. Vreemd dat hij toch steeds zocht naar een kader van tijd en plaats, terwijl hij zijn horloge en agenda bewust thuis had achtergelaten om los te komen van de dagelijkse routine. Vast wel mijn stelling is dat deze zin er gewoon uit kan. En dus: dat hij eruit moet. De tegenstelling tussen het beheerst worden door agenda’s en klokken en het tijdloos opgaan in de natuur is iets wat de lezer te binnen moet schieten; als de auteur deze overweging zelf opdient, verschraalt een verhaal tot een regeltje moraal bij een idyllisch plaatje. Prachtige tekeningen die zomaar ontstaan waren zonder menselijk ingrijpen; Zijn gepieker over de zinloosheid van het bestaan had plaats gemaakt voor eenvoudig genieten van het natte en droge zand onder zijn voeten, de zon die zijn rug zo aangenaam verwarmde, de schommelende spiegelingen in het water en het krachtig gekras van de meeuwen boven zijn hoofd.

Wat zich bovendien wreekt, naar mijn oordeel althans, is dat ‘het plaatje’ in geen enkel opzicht afwijkt van het stereotiepe beeld dat de westerling heeft van een idyllisch decor, terwijl er toch van een persiflage geen sprake is. Ongereptheid, warm zand, zee, rust, en dan een beeldschone vrouw op de koop toe, die danst tegen de ondergaande zon en die zich vervolgens helemaal geeft. Het doet onweerstaanbaar aan een spotje van een touroperator denken en de lezer verwacht dan ook het contrapunt. Tenslotte is ze heel manipulerend bezig, met die camera en met het verleidende dansen. Een sirene hij is gewaarschuwd, maar hij kan zich niet meer verzetten. Hij wordt wakker, en madam is er vandoor, met medeneming van al zijn spullen, zodat hij alleen nog haar voetsporen ziet. De natuur is dan wel heel erg rustig geworden. Maar nee, ze ligt mooi en lief met haar hoofd op zijn T-shirt. De pogingen om met de camera al het moois vast te leggen, kunnen mislukken als er zand in het sluitermechanisme komt. Maar het motief ‘camera’ speelt aan het einde geen rol meer.

De slotzinnen zijn te expliciet uitleggend om suggestief te zijn: de hele passage van ‘dief in de nacht verdwenen’, ‘met de bedoeling haar snel te vergeten’, ‘kenden alleen elkaars voornaam’, ‘waar ze woonde (etc) wilde hij niet weten’ kan echt weg en dan krijgt de allerlaatste zin de gewenste lading. Daar zit dan alles in: spijt, onrust, een zeker schuldgevoel, aanvaarding.

Moraal: beschrijf in het korte verhalen alleen observaties en handelingen, en zo weinig mogelijk de overwegingen van het personage, tenzij die overwegingen heel tegendraads zijn en daardoor provocerend of vermakelijk. Als Arvid een pesthekel aan de natuur had, verdwaald was en snakte naar een terras, krijgt de hele affaire meer betekenis. Zij het niet de betekenis die Masja van Herpen aan Sporen wilde meegeven.


September 2002, Hans ter Mors / BSN

Beoordeling Sporen - Masja van Herpen door BSN

Homepage  Prozawedstrijd  Prozawedstrijd 2002  Masja van Herpen  Beoordeling BSN