Homepage  Schrijversweb  Schrijversweb 2010  B. van der Lee

Pesters - B. van der Lee

Een stuk lopen, dat zal me goed doen.’
Een loper, dat was Rynea zeker. Ze mocht nooit rechtuit of afslaan, het was altijd diagonaal. Ze moest overal komen met een omweg, langs de obstakels. In een paar minuten had ze haar schoenen en jack aan. In de zekerheid dat ze een hele weg zou gaan lopen, stak ze een appel in haar jack en ook pakte ze haar portemonnee mee. Rynea keek nog een keer in de spiegel, ze stak een pluk van haar donkerblonde haar achter haar oren en tekende nog snel een zwart randje om haar bruine ogen. Buiten was het verrassend verfrissend, bijna koud zelfs. Ze zoog haar longen vol met de frisse ochtendlucht. Het was pas zeven uur, nog helemaal donker buiten. Het seizoen kreeg nu pas zijn frisse winden terug van de herfst. Zeker de helft van de herfst was warm geweest, pas nu, in de winter, kregen mensen het kouder. Zelf has Rynea nog een zomerjack aan met alleen een shirt en dun vest eronder. Ze vond het nog niet koud genoeg om een dikke winterjas aan te doen. Ze snapte ook niet dat mensen het zo fijn vonden in de warmte van de lente en zomer. Dat was haar echt te warm. Ze liep de uitrit af en vertrok richting school, haar tas hing om haar schouders en die botste steeds tegen haar zij. Ze nam het juiste ritme aan en voelde er zoals gewoonlijk niets meer van. School was zeker twintig minuten lopen, maar dat maakte Rynea weinig uit. Ze was vandaag extra vroeg weg gegaan. Dat had twee redenen, ze wilde graag haar ouders ontlopen en ze wilde graag het bos even in. Zo kon ze beiden zonder problemen doen. Een wandelingetje richting het bos volgde. Op haar weg daarheen kwam ze mensen met honden tegen, die wilden zichtbaar zo snel mogelijk weer naar huis. Ze liep door de bomen heen, zonder het pad te volgen. Ze hoefde het pad niet te volgen, ze wist de weg feilloos. De bomen zorgden voor fijne obstakels, soms was het toch niet zo erg om diagonaal te moeten lopen. Voor zich zag ze de plek van bestemming al dichterbij komen, ze keek gretig naar de open plek. Het was de enige open plek waar ze van wist dat er bijna niemand kwam, want voor je er aankwam, moest je eerst door een redelijk moeilijk bos. De enige persoon die ze er eens gezien had was een boswachter, maar toen had ze stilletjes boven in een boom gezeten. Nadat ze de plek bereikt had at ze daar haar appel op en vertrok ze weer richting de bewoonde wereld. Ongeveer tien minuten voor de bel ging bereikte ze de school, nadat ze ruim een uur aan het wandelen geweest was. Haar les begon om half negen, ze liep richting de aula en haalde uit één van de automaten een kop thee. Daarna liep ze richting haar eerste les, Engels. Het zou bijna kerstvakantie zijn en Rynea had daar zeker veel zin in. Wetend dat ze zou struikelen als ze niet op zou letten besloot ze gedeeltelijk naar de grond te kijken vanuit de aula. Ze stapte netjes over een paar tassen heen, maar daarna begonnen de jongens met hun gewoonlijke spelletje. Net voordat Rynea haar voet verschoof trokken ze die van henzelf ertussen waardoor Rynea ten gronde ging. Ze lag voor de eerste keer van de dag op de grond, ze wist dat het zeker niet de laatste keer zou zijn. Het koste haar moeite niet te schreeuwen door de brandend hete thee die over haar vingers gevallen was.

Een saaie les was wat volgde, Rynea sprak vloeiend Engels, ze was in Ierland opgevoed. Ze had ook geen moeite met de Nederlandse taal, zelfs niet met Frans en Duits, die ze ook beiden volgde. Na de les Engels had ze wiskunde, een vak dat haar minder goed afging. Het beloofde een saaie dag te worden. In de pauze werd Rynea voor de zoveelste keer die dag op de grond geworpen door een voor hangende voet. Eerst had ze gedacht dat ze zelf zo onoplettend was, tot ze merkte dat de jongens hun voeten uitstaken als ze viel. Soms kon ze de hele dag haar voeten op de grond houden, maar ze had vaak veel in haar gedachten, door het missen van concentratie lette ze dan niet op en ging alsnog onderste boven. Ze was blij toen de laatste bel luidde en ze richting huis mocht. Ze had erover zitten denken om via het bos te gaan, maar ze wilde haar moeder niet nog meer op stang jagen. Rynea besloot naar huis te lopen, dan was er vast geen probleem. Ze liep naar haar kluisje en haalde daar haar boeken uit waar ze huiswerk van moest maken, dat waren er niet zo veel. Ze zat in haar vierde jaar van het vmbo, dit was haar laatste jaar op het middelbare onderwijs.  Ze hoefde nog maar zeven maanden en dan waren de kwellingen voorbij. Ze wist dat het iets minder was door de examens, de laatste maand voor de vakantie hadden ze examens en de maand ervoor hadden ze vrij om te leren. Rynea vond het veel te lang, ze had genoeg aan twee weken. Ze hield niet van school, maar nog minder van stil zitten. Ze wilde graag iets te doen hebben. Als ze zomer vakantie hadden dan verveelde ze zich de hele tijd. Ze kon niet met mensen uitgaan, er was niemand die haar mocht. Ze snapte het wel, haar style was anders als die van de rest van de kinderen. Ze was altijd donker gekleed en had graag zwarte lijntjes rond en langs haar ogen, maar dat vonden haar klasgenoten niet mooi. Ze scholden haar uit voor Gothic en Emo, met Gothic kon ze nog leven, maar de Emo’s van de school waren niet haar type mensen. Ze ging wel af en toe om met de Gothics, maar meer op internet dan op school. Rynea liep richting de deur, hopend dat ze het vandaag zou halen zonder nog een keer onderuit zou gaan, ze haalde het. Buiten gebeurde het maar zelden dat iemand haar pestte. Er liep altijd een pleinwacht, bijna elke dag liep Frans-Jan, hij was de conciërge van de school en mocht Rynea graag. Ze stonden vaak nog even te praten als de lessen voorbij waren, maar ze wist zeker dat ze vandaag gelijk thuis moest zijn dus zwaaide ze kort naar hem en liep meteen door.

De wandeling duurde iets langer als normaal, maar Rynea’s moeder, Denise reageerde er niet op toen ze een paar minuten te laat binnenkwam.
‘Hoe was school?’ vroeg Denise vriendelijk.
Rynea wist dat haar moeder niet boos meer was door de toon in haar stem. Ze glimlachte naar haar moeder en ging aan de tafel zitten.
‘Het ging wel, ik ben vandaag zeker acht keer onderuit geholpen, maar het gaat wel.. ik heb alleen een blaar op mijn vingers. De eerste keer had ik thee in mijn handen,’ vertelde ze zuchtend.
‘Laat het eens zien?’
Rynea toonde haar hand waar al een behoorlijke blaar begon te vormen.
‘Lieverd, ga nou eens naar de decaan, hij kan er wel wat aan doen,’ zei de vrouw.
Rynea schudde haar hoofd, ze had al verschillende keren geprobeerd om naar de decaan te gaan, maar hij deed er zelden iets aan. Ze stond op en liep naar het aanrecht, daar schonk ze de waterkoker vol en zette die aan.
‘Zal ik een pot zetten? Ik heb op mijn weg naar huis koekjes gehaald, dan kunnen we er beiden eentje nemen,’ bood ze aan.
‘Is goed, dan zal ik je vader roepen, hij werkt thuis vandaag en je weet hoe dol hij is op thee.’
Ze had gelijk, Richard, de vader van Rynea, was dol op thee en vooral als hij er een koekje bij kreeg. Ze pakte haar tas uit het halletje en haalde de koekjes eruit. Ze nam een schaal uit de keukenkast en legde de koekjes erin. Het theewater was al snel warm en ze pakte een theepot, ze goot het warme water erin en stak er een zakje Earl Grey thee in. De thee kreeg al snel zijn donkere kleur en ze zette een tweede bakje op tafel, ze stak het waxinelichtje erin aan en zette de theepot op het rooster dat erboven hing. Zo bleef de thee zeker twee uur warm. Ze wist dat de thee tegen die tijd al op zou zijn, maar het was goed dat het zo lang warm bleef. Denise en Richard kwamen de kamer binnen en haar vader keek verrukt naar de kop thee. Zo te zien hadden ze beiden weer vrede gemaakt, Rynea was blij daarvoor. Ze pakte drie kopjes, de suikerpot en een pak melk. Haar moeder dronk haar thee vaak met een beetje melk. Zelf dronk Rynea haar thee met suiker en Richard dronk zijn thee altijd zonder iets erin. Ze goot de warme thee in de kopjes en deelde ze uit, daarna bood ze haar ouders een koekje aan en nam er zelf ook eentje.
‘Hoe zijn je cijfers eigenlijk?’ vroeg Richard.
Richard sprak gebroken Nederlands, hij was Iers en had er nu, na veertien jaar nog steeds moeite mee.
‘Ik sta overal voldoende, mijn Engels, Duits en Frans staan zoals gewoonlijk tussen de negen en tien. Mijn wiskunde gelukkig nog op een zes punt vier en de rest tussen een zeven en acht,’ antwoordde ze na een blik in haar agenda.
‘Als je in de kerst vakantie je er nog zo goed voorstaat dan mag je mee naar Ierland.’
Rynea sprong op in gelukzaligheid. Ze was gek op haar vaderland en was dan vastbesloten haar cijfers te houden zoals ze waren. Richard keek zijn vrouw met een kleine glimlach aan. Met z’n drieën dronken ze verder hun thee op, terwijl Rynea de hele tijd vragen stelde. Waar ze heen gingen. Of ze ook nog op excursies gingen. Ze was dolgelukkig, dit werd voor haar de beste vakantie ooit.

Een uur nadat ze thee gedronken hadden vroeg Denise of Rynea wilde helpen met het eten, zo stonden moeder en dochter samen in de keuken te genieten van een lekker kopje thee en ondertussen stonden ze groentes en vlees te snijden en wassen. Na anderhalf uur was alles warm en gaar. Rynea riep haar vader en ze aten het gezellig pratend op. Na het eten ging ze naar haar kamer en startte haar computer op. Het duurde niet zo lang voor de computer eenmaal opgestart was. Het was een nieuwe computer, ze had hem gekocht van haar eigen geld. Ze werkte al ruim een jaar in de weekenden en in de vakanties bij een supermarkt en al dat geld had ze opgespaard om een mobieltje en een laptop van te kopen. Ze startte haar chatprogramma op en zag dat ze wat gemiste berichten had. Ze opende het eerste gesprek en las dat iemand haar de avond ervoor nog welterusten gewenst had. Toen ze het tweede gesprek opende herkende ze de tekst, die persoon had een virus, dan stuurde het programma naar iedereen het zelfde irritante berichtje over foto’s die van jou zouden zijn. Ze klikte het weg en keek naar het laatste gesprek, een vriend van haar, Jesse had haar een stuk gestuurd.

Jess zegt:

In gedachten zo dichtbij,
In het echt zo ver weg,
Kon ik maar reizen,
Tot in oneindigheid,
Nooit meer bij jou weg!

Jij bent mijn engel,
Mijn leven,
Mijn aller mooiste lied!
Mijn gedicht,
En mijn muziek!

Dagen van geluk!
Uren vol plezier!
Minuten van genot!
Seconden gedeeld,
Samen met jou!

- 01-12-09 -

Hij had het diezelfde middag nog gestuurd, het was een gedicht. Rynea was er stil van, ze wist niet wat ze ervan moest denken. Hij stuurde wel eens vaker gedichtjes, maar dan wist ze niet goed wat ze ermee aan moest.

Ry.. zegt:
Feelings can be expressed in words, you just proved that to me. I hope the lady who deserves this is happy.

Stuurde ze hem terug, daarna vertelde ze meteen dat ze het gedicht geweldig mooi vond. Hij reageerde niet, maar dat had ze ook niet verwacht. Ze zette haar status op “Afwezig” en liep naar de douche waar ze ging kijken wat het slagveld haar vandaag toegebracht had. In de douche ontdekte ze op haar knieën twee grote blauwe plekken. Het was dinsdag, in het weekend hadden de oude blauwe plekken een beetje kunnen minderen, maar ze stonden er nu weer in volle glorie. Uit haar kamertje haalde ze een bodylotion en ze liep terug naar de douche. Rynea draaide de deur op slot en ging op de rand van het bad zitten. Voorzichtig begon ze bij haar voeten en zo smeerde ze haar hele benen in, het hielp niet bij haar blauwe plekken, maar de massage zorgde wel voor ontspannen benen en minder pijn. Ze had al eerder die avond besloten niet te douchen en smeerde daarom haar boven lichaam ook in en deed haar nachthemd aan. Toen ze terug kwam achter haar computer had Jesse alweer gereageerd.

Jess zegt:
Ze is helaas niet gelukkig, maar ik ben al heel trots dat ze het een mooi gedicht vind.

Ry.. zegt:
Ga je me ooit vertellen wie dan zo ongelukkig is?

Jess zegt:
Misschien, het komt wel goed.

Ry.. zegt:
Ze moet wel gelukkig zijn met de liefde die jij voor haar hebt. Ik hoop dat ze het weet.

Jess zegt:
Ze hoeft het nog niet te weten.. hoe is het met je? Weer een schooldag overleefd?

Ry.. zegt:
Ook maar net, ik heb weer mooie blauwe plekken, volgens mij hoor ik in het recordboek te staan. Zoveel blauwe plekken heb ik wel niet gekregen op school.

Jess zegt:
Ik zal ze bellen..

Ry.. zegt:
Doe maar, zie ik al voor me, krant en media erbij. Dat hoort toch helemaal niet bij mij?

Jess zegt:
Nee, inderdaad.. Je bent een bescheiden en lief meisje.

Ry.. zegt:
Slijmbal..

Jess zegt:
Bij jou altijd..

Ry.. zegt:
Mam zegt net dat ik moet slapen.. ik spreek je morgen wel weer..

Jess zegt:
Weltrusten, dag dag

Rynea ging offline, het was alweer half elf. Ze had niet verwacht dat het avond eten zo lang geduurd had, maar het was wel gezellig geweest. Haar laptop ging uit en ze stapte haar bed in. Ze wist dat ze nog niet kon slapen dus deed ze haar grote licht uit, maar zette ze haar nachtlampje aan. Ze opende haar nachtkastje en haalde daar een boek uit. Ze opende het boek en las op sommige pagina’s een paar regels om te kijken waar ze gebleven was. Al snel vond ze de juiste pagina en las ze een paar hoofdstukken. Nadat ze haar boek weer gesloten had deed ze het nachtlampje uit en ging ze goed liggen. Al snel viel ze in slaap, wetend dat haar wekker weer veel te vroeg af zou gaan die morgen.

Pesters © B. van der Lee

Homepage  Schrijversweb  Schrijversweb 2010  B. van der Lee