Homepage  Schrijversweb  Schrijversweb 2016  Annemarie Enters

De butler - Annemarie Enters

Arnold stapte uit op het kleine station van Overveen. Ofschoon hij verwachtte dat niemand hem zou herkennen, deed hij de kraag van zijn jas omhoog en liep met zijn koffer en een kledingzak naar het grote huis. Hij rechtte zijn rug, liep over het knarsende grind de oprijlaan op en drukte op de bel. Hij dacht even aan de woorden je bent alleen geschikt als butler die Thérèse hem had toe gebruld toen ze hem verliet na het faillissement van het familiebedrijf.
Jenny Grijpgraag deed zelf open. Laatdunkend bekeek ze hem. ‘Oh, ben jij het, onze nieuwe butler. Is dat al jouw bagage?’
Hij knikte en zag haar goedkeurend kijken naar de doorzichtige kledingzak.
Hier zou hij, afhankelijk naar Harry Grijpgraags tevredenheid over zijn werk, de komende maanden doorbrengen. Binnen oogde het duur en protserig, maar hij had ook niet anders verwacht van de grote projectontwikkelaar. Jenny, duur gekleed en goed geconserveerd voor haar ruim veertig jaar, wees naar de trap. ‘Je zit op zolder, gewoon doorlopen. De kamerdeur staat open. Vanavond om zes uur komen de gasten. Je weet vast wel wat er van je verwacht wordt.’
‘Ja mevrouw.’
Ze riep hem na: ‘Op je kamer liggen huisjasjes voor overdag.’
Op de overloop keek hij rond. Van de verhalen van zijn moeder wist hij dat zijn grootouders vroeger op deze etage sliepen. Ook was de trap naar de zolder nog net zo stijl. Met een plof zette hij zijn koffer op de grond van een van de vroegere meidenkamers.
Hij bevoelde de kwaliteit van de huisjasjes en trok eentje aan. Een beetje krap rond de schouders. Na een blik in de spiegel, grinnikte hij en nam zich voor om zich vooral niet te laten kisten.
Beneden liep hij op het geluid in de keuken af. Francis, gekleed in professionele koksoutfit keek hem onderzoekend aan. Hij stak zijn hand uit. ‘Ik ben James, de nieuwe butler. Zeg maar wat ik moet serveren.’
‘James hè?’ Hij schudde zijn hoofd en floot. ‘Ik geloof nooit dat u een echte butler bent, of zie ik dat verkeerd?’ James schudde zijn hoofd en zei met een wat treurige blik: ‘Je hebt gelijk, maar vertel dat aan niemand en zeg maar jij hoor. Trouwens, ben jij hier in vaste dienst?’
‘Hemel nee, ik moet er niet aan denken, deze lui… dat jij, Arnold van Hier tot Gunter nu net in het huis van je grootouders als butler gaat werken… heel apart.’
‘Francis, laat hier geen woord over los als je blieft. Straks gooien ze mij eruit.’
‘Aan mij zal het niet liggen.’

‘James,’ riep Jenny, ‘staan de champagneglazen klaar?’
‘Mevrouw, gaat u rustig zitten, ik heb alles onder controle. De kok heeft mij al verteld wat er geserveerd moet worden en ook rond welke tijd u dat schikt.’
‘Fijn. Zeg, hoe lang ben jij eigenlijk butler geweest?’
‘Mevrouw ik heb de allerbeste opleiding gehad.’
Op zijn horloge zag hij dat de meute over een half uur zou kunnen aanbellen. Boven trok hij zijn smoking aan. Beter niet denken aan de feesten van vroeger. Beneden liep hij alvast naar de voordeur en keek door het raam van de garderobe naar de oprijlaan. De gastheer kwam net de trap af. James maakte een minuscule buiging. ‘Goedenavond mijnheer Grijpgraag.’
‘Nou James doe je best vanavond.’
‘Natuurlijk mijnheer… mag ik u er op wijzen dat uw dasje…’
‘Wat is er met mijn dasje?’
‘Het is niet goed gestrikt, mag ik even?’
Harry Grijpgraag liet hem gewillig zijn smokingdasje strikken.
‘Zo mijnheer, nu is het perfect, een gentleman en zeker een gastheer hoort tot in de puntjes verzorgd te zijn.’
Terug in de keuken gaf Francis hem een knipoog en fluisterde: ‘Ga je die krent inpakken?’ James stak zijn neus in de lucht. Hij had het grind al horen knarsen.
‘Vast die ouwe Bullebak, die komt altijd als eerste,’ hoorde hij Francis nog net zeggen.
Zodra de bel ging, deed hij de deur open. Hij maakte een kleine buiging. ‘Goedenavond mijnheer… uw jas graag.’
‘Zo, de Grijpgraagjes zoeken het hogerop,’ hoorde hij de man in zichzelf mompelen. De gast keek hem onderzoekend aan en bromde: ‘Nooit eerder gezien. Je komt zeker uit Engeland?’
Hij besteedde al zijn aandacht aan de jas die hij over zijn arm deed.
‘Zo, waar blijven ze,’ bromde Bullebak en wreef vergenoegd zijn handen.
James legde de jas over een stoel in de gang en liep naar de deur van de woonkamer. Hij klopte op de deur en deed deze open waarbij hij gebaarde dat de gast kon binnengaan.
‘Verdomme, eerst wachten tot ik ja zeg,’ brieste Grijpgraag.
‘Uw eerste gast is gearriveerd mijnheer Grijpgraag.’
Grijpgraag verbleekte. Hij smeet zijn sigaar in een zilveren asbak, stond op en liep met uitgestrekte armen op Bullebak toe.
James hield zijn gezicht met moeite in de plooi. Butlers moeten doen of ze onzichtbaar zijn schoot door zijn hoofd. Hij bekommerde zich om de jas van Bullebak en hoorde: ‘Harry, goed dat jij die man hebt aangenomen. Ik denk dat je heel wat manieren van hem kunt leren en als jij partner bij mij gaat worden, heb jij dat nodig man.’
Veel tijd om die opmerking te laten bezinken had hij niet, want de volgende mensen kondigden zich aan. Een mottig uitziend echtpaar. Nadat het jassenritueel achter de rug was, liep hij naar de keuken om het blad met champagneglazen te pakken.
Met een uitgestreken gezicht hield hij het blad voor aan het mottige vrouwtje, daarna bediende hij de mensen volgens pikorde. Uit zijn ooghoek zag hij de Bullebak goedkeurend knikken.
‘Nou, op de samenwerking dan,’ begon Harry.
James liep de zitkamer uit en hoorde nog net dat dit nog van enkele puntjes afhing.

Na de champagne wees James op zijn horloge en vroeg discreet aan Jenny Grijpgraag: ‘Mevrouw, kondigt u het diner aan of moet ik madame est servie zeggen.
‘Uh, wat is dat?’
‘Mevrouw, dit is een teken dat de gasten aan tafel kunnen.’
‘Gut. Ja, doe jij dat maar.’ Ze keek op haar met veel diamanten bezette horloge en zei: ‘Doe maar als de borrelhappen op zijn.’
‘Met uw welnemen mevrouw.’
Frances grinnikte toen hij de keuken in kwam. ‘Waarom heb jij je niet Joost genoemd?’
‘Omdat Harry geen Heer van Stand is.’
‘Die zit!’
‘Trouwens hoe weet jij dat…’
Francis wees op een babyfoon. ‘Handig om te weten wanneer ik iets moet opwarmen verstopt in de bloemen op tafel en…’ hij keek veelbetekenend en haalde een notitieboekje tevoorschijn waarop hij met zijn vinger tikte.
Met een uitgestreken gezicht diende James de happen rond. Na twee keer aanbieden namen de mensen niet meer.
‘Geen probleem; die eten wij wel op. Dat mens wil toch dat de happen op zijn?’ Francis zette twee Limoges borden op een hoek van de grote keukentafel. Hij dekte met tafelzilver. James trok een wenkbrauw op.
‘Ze kunnen het prima missen, laat je niet met een sandwich afschepen. Hier, neem nog een stuk foie gras.’
Francis schonk hem een uitstekende wijn in en hield de fles op. ‘Had ik nodig voor de saus. Die Harry weet geen donder van wijnen.’
‘Chateau Lafite, Jezus Francis, jij hebt lef.’
Hij grinnikte. ‘Nooit gedacht dat ik met een echte baron aan de keukentafel zou zitten.’
Francis gaf hem een vriendschappelijke por. James barstte in lachen uit. ‘Nee, ik ook niet. Francis, mijn compliment, je kookt de sterren van de hemel.’
‘Zet de keukenwekker James, dan kunnen we rustig eten zonder de tijd te vergeten. Om de vijf minuten even je hoofd om de deur om te kijken of ze elkaar niet afmaken.’

De gasten vertrokken tegen een uur of twaalf. In de woonkamer zat Harry wijdbeens achterover op de witleren designersbank en krabde in zijn kruis. ‘James, dat heb je prima gedaan. Schenk mij nu maar een grote bel cognac in. Alles goed in de keuken? Heb jij een sandwich genomen?’
James trok een uitgestreken gezicht. ‘Mijnheer ik ben niets tekort gekomen.’
Vlug draaide hij zich om en liep naar de keuken. ‘Francis, waar staat de cognac?’
‘Zo moet hij weer aan de drank? Hier, schenk hem de koetsierstroep maar, dan nemen wij zelf…’
‘Francis, dat durf ik niet… nog niet, niet de eerste dag.’
‘Oké, hier is ie dan.’ Francis deed zijn tas open en pakte een fles Courvoisier.
Op een klein zilveren blaadje presenteerde James aan Harry een grote bel in een kristallen glas.
‘Jij weet tenminste van inschenken kerel.’ Harry nam een grote slok en pakte een sigaar uit de humidor.
‘Zal ik hem voor u aansteken?’
‘Dat kan ik zelf wel.’
Harry pakte zijn dure DuPont aansteker.
James hield zijn adem in. ‘Als ik even mag, mijnheer… een goede sigaar verdient eerbied met een aansteekritueel. Hij smaakt ook beter als hij eerst even wordt verwarmd, net zoals een cognacglas.’
‘Laat mij die flauwe kul maar eens zien.’

Een maand later kon Harry niet meer zonder James.
Hij overhandigde hem een dikke envelop. ‘Jouw salaris en wat extra’s. Kerel, wat steek ik veel van jou op.’
James lachte bescheiden. Zijn plannetje begon vorm aan te nemen…
Hij had duidelijk het telefoongesprek kunnen beluisteren, toen Harry zijn beklag bij de Bullebak deed, dat hij bij zijn laatste projecten telkens was tegengewerkt door een of andere baron.
‘Wie is dat dan wel,’ had de Bullebak gevraagd.
‘Geen idee, nooit van de man gehoord, en hij laat zich niet zien maar hij gebruikt de slimste en keihardste advocaat, hij heeft me al kapitalen gekost.’

Enige maanden later ontving James een grote enveloppe. Hij scheurde deze open en keek verbaasd naar een tweede enveloppe, geadresseerd aan Arnold, baron van Hier tot Gunter. Nieuwsgierig draaide hij deze om en herkende hij de naam van Bullebak.
Met een mes sneed hij de enveloppe voorzichtig open. Morgen zou hij om 11 uur worden opgehaald. De toon in de brief duldde geen tegenspraak.

In een net pak met een van zijn oude clubdassen waarvan hij geen afscheid had kunnen nemen, liep hij de trap af.
‘Zo James, waarom heb jij je huisjasje niet aan?’ begon Jenny.
‘Mevrouw, dit doe ik in opdracht van mijnheer Groote.’
‘Gut, Harry heeft mij niets gezegd. Wat moet je voor hem doen?’
‘Ik zou het niet weten mevrouw,’ antwoordde hij geheel naar waarheid.

Jenny keek op haar horloge dat bijna 11 uur aanwees. Ze keek verbaasd toen de chauffeur van Bullebak uitstapte en naar James knikte.
Met een hulpeloos gebaar naar Jenny, stapte hij in.
‘Mijnheer de baron, ik breng u naar mijnheer Groote.’
James knikte. Hij leunde behaaglijk achterover. De auto stopte voor een groot huis in Wassenaar. Tot zijn verbazing deed zijn vrouw Thérèse open. De woorden je bent alleen geschikt als butler, echoden weer in zijn hoofd. Hij keek door haar heen, propte zijn jas in haar handen en stevende op het vertrek af met de open deur.
‘Zo James, of zal ik je maar Arnold noemen. Ga zitten.’
Arnold zag een dik dossier op het bureau van de Bullebak liggen. De man tikte hierop met zijn vinger en begon: ‘Hierin zit een contract.’
Arnold keek Bullebak vragend aan.
‘Hoe jij het voor elkaar gekregen hebt, weet ik niet, maar ik biedt jou een partnerschap aan. Ik omring mij graag met slimme mensen.’

Op de weg naar Overveen voelde zijn hoofd aan of het in een centrifuge zat. Samen met Francis een restaurant beginnen leek hem een beter idee dan door de Bullebak te worden uitgeknepen. Op zijn smart Phone bekeek hij zijn banksaldo. Hij knikte tevreden. Operatie babyfoon had hem geen windeieren gebracht, vooral dat apparaatje in de humidor was een gouden greep geweest.

Zodra Francis weer moest opdraven voor een diner, begon Arnold over zijn plan.
‘Zo, een restaurant? Wij samen?’
Arnold knikte. Francis keek even sceptisch, maar al vlug barstte bij in lachen uit. Hij klopte Arnold enthousiast op zijn schouders. ‘Doen we. Nu nog een pandje.’
‘Ik heb al iets op het oog.’
‘Zo, waar dan?’
‘Een verrassing, kan jij mij morgen komen ophalen dan rijden we er heen.’

Na een half uurtje rijden gebood Arnold Francis te stoppen voor een statig huis in Aerdenhout.
‘Jezus, een pandje… hoe wist je dat?’
Arnold lachte fijntjes en toonde Francis een dun notitieboekje. Daarna brak er een glimlach op zijn gezicht door. Francis hief zijn vinger op. ‘Stouterd!’
‘Het is perfect. Nu nog een architect.’

Binnen drie maanden moet dat lukken hoorden ze van de man.
Samen bekeken ze de verbouwingsplannen van het ouderlijk huis van Thérèse. Francis zou voor de technische kant zorgen en Arnold nam de decoratie voor zijn rekening. Dankzij de babyfoon zat hij financieel op rozen. Tot zijn genoegen, gaf zijn bank hem onbeperkt krediet.
Grijpgraag was in alle staten toen Arnold vertelde wie hij eigenlijk was en waarom hij ontslag nam. De oplichter die zijn familiebedrijf naar de bliksem had geholpen, was nu zelf bedrogen, al had hij dat nog niet in de gaten.

Een half jaar later liep het restaurant DE BUTLER als een trein. Grijpgraag had een behoorlijke veer gelaten en Arnold bezat weer de meerderheid van de aandelen van zijn vaders bedrijf. En Bullebak? Hij was met Thérèse een van zijn vaste klanten geworden. Diverse keren had ze hem tevergeefs smachtend aangekeken. Waar nu de eetzaal was, had hij haar vroeger ontmaagd, maar hij was voorgoed van haar genezen. Met een glimlach besefte hij dat hij door haar opmerking nu een succesvol restaurant had. Iets wat hij zelf had opgebouwd en niet de teugels van zijn vader overnemen, gaf veel meer voldoening.

De butler - Annemarie Enters

Homepage  Schrijversweb  Schrijversweb 2016  Annemarie Enters