Homepage  Te Boek  Annemarie Enters 2017

Familiegeheimen - Annemarie Enters

Korte inhoud:

Wanneer Julie na haar studie medicijnen voor de specialisatie hartchirurgie kiest, ontmoet ze tijdens haar stage in de Province Philippe de Montségur. Na haar specialisatie te hebben afgerond trouwt ze met hem. Ze blijven op het vervallen kasteeltje bij zijn ouders wonen. Wanneer Philippe's jongere broer Marcel plotseling verdwijnt, blijkt hij als clochard in Parijs te wonen. Over het hoe en waarom krijgt Julie geen hoogte. Wanneer Philippe overlijdt door een motor ongeluk en als Julie op zijn laptop een alarmerend mailtje opent, besluit ze Marcel in Parijs te gaan zoeken. Met de hulp van Léon, een man die bij een ultra geheime dienst werkt, vindt ze Marcel. Wat weet hij? Wanneer lieden vermoeden dat Julie op de hoogte is, wordt het ook voor haar gevaarlijk. Samen met Marcel vlucht ze en duikt onder tussen de clochards, totdat...

Familiegeheimen – Annemarie Enters
ISBN 978-1-326-93036-3
www.annemarieenters.be

Annemarie Enters - Familiegeheimen

Mini cv Annemarie Enters-Gijsberti Hodenpijl.

Geboren in 1942 in Amsterdam. Met een conservatorium opleiding piano heb ik 35 jaar naast musiceren, pianoles gegeven. Musiceren doe ik nog steeds. Porselein beschilderen is ook een van mijn takken van sport. Hiermee begon ik in 1991. (enkele foto’s hiervan staan op mijn website). Na een verblijf van 2 jaar in Bulgarije, maakte ik mijn eerste boek WAAROM BULGARIJE van mijn maandelijkse brieven aan vrienden. Ik beschreef de absurditeiten die ik in dit Balkan land ondervond en voegde daaraan een stuk geschiedenis toe. Hierna was ik door het schrijfvirus geïnfecteerd. Na OOK DAT NOG (Boekscout) gaf ik zelf vijf spannende romans uit, DE ERFENIS VAN MIJN TANTE, APPARTEMENT IN RIGA, DE CONCERTPIANISTE, FAMILIEGEHEIMEN en DE CONTAINER en twee verhalenbundels ANNEMARIE’S 15 KORTE EN MINDER KORTE VERHALEN en NOVELLEN. Tot nu toe werk ik met de software van lulu.com. Hiermee lukt het mij prima om het hele boek, inclusief eigen foto’s voor de cover, en binnenwerk zelf te maken. Er staan nog een aantal manuscripten in de eindfase op stapel. WEERZIEN IN CAÏRO, EEN DAGBOEK ALS ERFENIS, RAADSELS ROND HARALD, WAAR IS TATJANA, IK BEN ER OOK NOG plus een bundel met korte verhalen op stapel.
Woordenstroom beloonde al 14 van mijn inzendingen voor de prozawedstrijd, door deze te publiceren. Ik schrijf nu 10 jaar. Naast mijn website (ook eigen productie) heb ik een Wordpress blog.
www.annemarieenters.be 
https://annemarieenters.wordpress.com

Fragment Familiegeheimen - Annemarie Enters

ZUID FRANKRIJK 2015
Haar adem stokte na het lezen van het mailtje. Wat een schoft, om dit voor haar geheim te houden. Haar eigen man…
Philippe was alweer anderhalve week geleden begraven. Ze schoof haar trouwring van haar vinger en leunde lamgeslagen achterover.
Verdrietig en boos pakte ze de fles Malt.

Vijfentwintig was ze toen ze in de zomer van 2000 na haar studie medicijnen besloot om hartchirurg worden. Haar praktische vader, blij met zijn nieuwe hartklep, raadde haar aan om eerst een stage te gaan lopen om te zien of de chirurgie haar wel zou bevallen. Ze volgde zijn raad op en bekeek de advertenties in het vakblad. Australië vond ze te ver, China trok haar niet en na het blad nog eens te hebben doorgespit, zag ze een kleine annonce in het Frans. Na de advertentie grondig te hebben doorgelezen zette haar laptop aan. Al was het ziekenhuis van Orange geen universiteitskliniek, de foto’s van de wijnstreek maakten haar enthousiast om daar te gaan werken. Deze kleine kliniek deed voornamelijk hartoperaties. Op haar mailtje kreeg ze gauw antwoord. Ze kon de zomermaanden komen. Enthousiast pakte ze haar koffer.
Haar bezorgde vader omarmde haar. ‘Lieve kind, je verdient daar vast een schijntje. Bel alsjeblieft als je het financieel niet redt.’
‘Paps, heel lief van je, maar ik neem aan dat ze voor mij wel een bedje in het ziekenhuis hebben.’
Ze kocht een treinkaartje naar Orange. Haar vader stond erop om haar naar het station te brengen. Ze omhelsde haar vader, stapte in en zwaaide tot ze hem niet meer zag. Na twee keer overstappen stond ze op het kleine station van Orange. Geen taxi te bekennen. Teleurgesteld zette ze haar bagage op de grond en zocht in haar rugzak naar het telefoonnummer van het ziekenhuis. Na veel zoeken vond ze eindelijk een telefooncel. De telefoniste van het ziekenhuis sprak Frans met een Provençaals accent. Na wel drie keer gezegd te hebben dat ze aangenomen was als stagiaire, vroeg de juffrouw voor welke afdeling ze zou gaan werken.
‘Hartoperaties,’ zei ze en zag zitten dat ze zou moeten lopen. Terwijl ze ongeduldig wachtte tot ze zou worden doorverbonden, hoorde ze het geluid van aankomende ambulances op de achtergrond. Na enig gekraak nam iemand met een warme stem op. ‘Zo, jij bent onze stagiaire uit Holland… goede reis gehad? Waar ben je?’
‘Bij het station van Orange, maar ik zie nergens een taxi. Welk nummer moet ik bellen?’
‘Oh, eh, juist... taxi’s zijn daar bijna nooit. Ik haal je zelf wel op. Heb je een onderkomen?’
‘Nee, kan ik intern geplaatst worden?’
‘Sorry, daarvoor is het ziekenhuis te klein. Maak je geen zorgen ik organiseer wel iets.’
Twintig minuten later zag ze een oude Jeep aankomen.
Een aantrekkelijke jongeman stak zijn hoofd door het raampje. ‘Ben jij Julie uit Pays-Bas?’
Ze knikte.
‘Zet je bagage in de achterklep en stap maar in.’ Hij gaf haar een hand en reed zodra ze zat weg. ‘Ik ben Philippe de Montségur. Het huis van mijn ouders is groot genoeg dat jij daar kunt bivakkeren.’
Hij pakte zijn mobieltje en ze hoorde hem met zijn moeder spreken. Hij bromde goedkeurend in zichzelf en klapte het toestel dicht. Tijdens het rijden hield hij al zijn aandacht bij het verkeer.
Julie keek verrukt naar het Franse landschap.
Philippe draaide na een grote supermarkt een smal weggetje in. Vijf minuten later stopte hij voor een groot vervallen huis. ‘Het kasteel van mijn moeder. Kom ik stel je even aan mijn familie voor.’
Met gemengde gevoelens stapte ze uit. Met haar koffer liep ze achter Philippe aan over het door onkruid overwoekerde pad. Hij stopte voor het verzakte bordes, draaide zich om en knikte voordat hij de vier treden opliep. Hij opende een verveloze deur.
Daarachter zag ze een lange marmeren gang. Hij gaf haar een teken dat ze de koffer moest laten staan. ‘We zijn er moeder.’
Ze zette haar koffer neer en bekeek de vergane glorie. Een rijzige vrouw met het haar in een strenge knot en een zuinige blik kwam de gang in en stak een magere arm uit. ‘Welkom in Frankrijk. Philippe zei dat u hier twee maanden komt werken als stagiaire. Loop maar met Philippe door het huis en zoek een van de leegstaande kamers uit.’
‘Ik wil u niet tot last zijn, madame.’
‘Ik vind het alleen maar gezellig om een vrouw in huis te hebben tussen al mijn mannen.’
Julie trok haar lippen tot een lachje. Ze hoorde geen greintje warmte in de stem van madame de Montségur.
Philippe pakte haar koffer op en wees naar de trap.
Op de eerste verdieping opende hij een deur. ‘De zolder.’
Deze trap was erg steil en elke tree kraakte. Ze snoof. Het rook muf en stoffig. Nieuwsgierig bekeek ze de kamers. Het ouderwetse meubilair leek100 jaar op dezelfde plaats te hebben gestaan.
Ze koos een zolderkamer met een schitterend uitzicht. Philippe knikte, zette haar koffer neer en keek op zijn horloge. ‘Pak later maar uit. We moeten nu aan tafel.’
Beneden sprak zijn moeder: ‘Heb je al gegeten? Ik mag toch wel je zeggen? Je ziet er zo jong uit.’
‘Nee madame en eh ja madame.’
‘Je kunt met ons mee-eten.’
‘Ik wil me niet opdringen.’
Philippe liep de zitkamer door en pakte zijn post van een bureau en bekeek de brieven afwezig op afzender. ‘Je hoort wat mijn moeder zegt. Haar wil is wet. Je moet met ons aan tafel.’
Ze zag een oude stugge man gebogen achter een krant zitten. Philippe maakte een gebaar naar de man. ‘Mijn vader.’
Ze gaf hem een hand en zag dat hij autoriteit uitstraalde.
Even later kwam een jongeman binnen, een jongere uitgave van Philippe. Hij knikte naar haar en liep naar zijn moeder.
Philippe trok hem aan zijn mouw. ‘Marcel, mijn broertje. Hij is net begonnen aan zijn studie sterrenkunde. Dit is Julie, ze loopt stage in het ziekenhuis. Ze logeert twee maanden bij ons in de grote zolderkamer.’
Marcel knikte en stak zijn hand uit. Julie pakte deze en zag dat hij mijlen ver weg was met zijn gedachten.
Zijn moeder wees naar de grote ronde tafel die al gedekt was voor vier personen. Ze pakte een zilveren tafelbel en schelde. Een kleine oude vrouw in het zwart gekleed met een wit schort voor stak haar hoofd om de deur van de eetkamer.
‘Marie deze juffrouw komt hier twee maanden logeren. Dek je even bij?’
Marie knikte kort, trok haar hoofd terug en kwam even later redderig met een bord, bestek en een glas aanlopen.
Julie lachte haar vriendelijk toe, maar Marie reageerde niet.
Nauwelijks was haar bord met zwaar bewerkt Frans tafelzilver bij-gedekt of ze hoorde de bevelende stem van madame de Montségur. ‘Kom, we kunnen aan tafel.’
De mannen gingen gehoorzaam zitten. De vader haalde zijn servet uit een zilveren ring, ontrolde die en legde het hoog over zijn buik. Marcel schoof aan en keek voor zich uit.
Marie stond klaar met een schaal en hield deze voor aan de moeder.
Nadat zij had opgeschept, liep Marie naar haar.
Ze schepte een lepel van het vreemde voedsel op haar bord en wachtte met eten totdat iedereen bediend was. De vader pakte een fles lokale wijn, haalde een zilveren kurk van de fles en schonk voor ieder een glas in.
Julie voelde de kritische blik van zijn moeder toen ze het prutje langzaam uit elkaar trok.
‘Cassoulet, typisch van deze streek.’ Met een knik wees ze naar het stokbrood, waarvan haar zoons zich goed bedienden.
‘Hm, lekker,’ zei ze zacht. Ze kauwde het taaie vlees en at met lange tanden.
‘Je moet goed eten meisje. Schep nog eens op. Geen muizenporties hoor, daarop kan jij niet staan.’
Zodra de borden door Marie waren weggehaald sprak de moeder op autoritaire toon. ‘Philippe, geef jij het kaasplateau even aan.’
Ze keek toe hoe weinig iedereen hiervan nam en paste haar portie aan. Ze peuzelde een stukje stokbrood op.
Philippe’s moeder overzag de tafel als een generaal. Resoluut legde ze haar servet naast haar bord. ‘Iedereen koffie neem ik aan.’
Marie kwam al weer opdraven met een zilveren blad met 5 dampende kopjes.
Het oude servies had ook zijn beste tijd gehad, zag ze.
Philippe dronk de koffie in een slok op, schoof zijn stoel achteruit en gaf haar een teken. ‘Vooruit aan de slag.’
Ze stond op en dankte voor de maaltijd. Ze pakte haar tas en kon hem nauwelijks bijhouden toen hij op een drafje naar zijn auto rende.
Tijdens de rit vroeg ze: ‘Wat moet ik eerst doen? Mij inschrijven? Hebben jullie speciale kleding?’
‘Oh, eh… zoek maar iets uit.’
Hij parkeerde voor het ziekenhuis en liep naar binnen. Julie stapte uit, sloot het portier en wilde Philippe iets vragen. Voordat ze dit kon doen, stond hij al te praten met een andere arts. Een loeiende ambulance reed binnen. Philippe ontfermde zich meteen over de patiënt.
In een aangrenzend kamertje hingen licht turquoise tunieken. Ze stond te dubben wat ze zou uitkiezen, toen de deur openging en een zwarte jonge vrouw haar verbaasd aankeek. ‘Wat zoek je hier?’
‘Ik ben Julie, en ik ben aangenomen als stagiaire. Hartchirurgie. Philippe zei dat ik iets moest uitzoeken en mij daarna bij de receptie moest melden.
‘Oh, typisch Philippe… ik ben Alice, anesthesist in opleiding.’ Alice hield een licht turquoise tuniek omhoog. ‘Trek dit maar aan. Jouw maat. Kom maar mee naar de lockers voor je spullen. Je moet je inschrijven bij de administratie. Je hebt de papieren toch wel bij je?’
Licht gepikeerd zei ze: ‘Uiteraard.’
Bij de administratie kreeg ze een badge en verder lieten ze haar aan haar lot over. Ze stond verloren in de gang toen er weer een ambulance voor reed. De broeders sprongen uit de auto, deden de achterdeur open en reden de brancard naar de ingang.
‘Vite, vite…’ hoorde ze roepen. Ze zag een jonge knul die zwaar bloedde. Motorongeluk hoorde ze de mannen van de ambulance roepen.
‘Hé, jij daar, sta niet te dralen, help liever mee om hem op dit bed te krijgen.’
Tegen Pierre, zoals op het naamkaartje van de arts stond begon ze: ‘Eerst controleren op een inwendige bloeding. Hij mag niet verschoven worden.’
‘Stagiaire,’ snoof een van de artsen.
‘Laat hem liggen…’ haar woorden werden door het gekreun van de jongen niet verstaan. ‘Bloeddruk meten, zuurstof toedienen en in de wachtstand voor de röntgen,’ snauwde Pierre.
Om met ruzie te beginnen zag ze niet zitten. Ze probeerde nog een keer. ‘Ik zou dat niet doen.’
Bot riep Pierre: ‘Luister, ik zeg het maar één keer. Doe wat ik zeg of je kunt oprotten.’
Ze tilde de jongen met een jonge arts op het gereedstaande bed. Meteen werd een kapje met zuurstof op zijn mond gedaan. De arts was al bezig om zijn vinger van een knijpertje te voorzien en reed hierna het bed naar de afdeling operatie.
Ze moest hard werken en van de Franse slag merkte ze niets. Tijd voor een pauze kreeg ze niet. Aan het eind van haar eerste werkdag was ze kapot, vooral omdat ze constant Frans had moeten spreken.
‘Stap maar in, we gaan naar huis. Je bent zeker gevloerd,’ sprak Philippe toen ze hem uit de operatiekamer zag komen.
Hij sprak niet veel in de auto.
Voor zijn ouderlijk huis hoorde ze hem mompelen: ‘Patiënt verloren…’
‘Die jongen van dat motorongeluk?’
Hij knikte stil en kneep zijn lippen samen. ‘Jezus, een sufferd heeft hem van de brancard gehaald…’
‘Die sufferd was ik.’
Hij keek haar woest aan.
‘Ik moest van Pierre helpen om hem te verplaatsen…ik zei nog dat…’
‘Hij had niet verschoven mogen worden.’
‘Dat heb ik verdomme tegen Pierre gezegd, maar hij dramde door.’
Na het diner waarbij ze zich nog steeds niet op haar gemak voelde, liep ze naar boven. Ze zag dat het bed was opgemaakt. Bij de oude wastafel lagen een paar handdoeken. Snel pakte ze haar koffer uit, waste zich en dook het bed met de doorgezakte matras in. Al was het in de nacht doodstil, de gedachte aan de jongeman die onnodig gestorven was, hield haar wakker.

Na een week van hot naar her gestuurd te zijn trok ze Philippe aan zijn jasje. ‘Zo leer ik niets. Ik ben hier aangenomen om hartchirurgie te leren en ik doe het werk van ziekenbroeders.’
Philippe haalde zijn hand door zijn blonde haar en keek haar aan of hij haar voor het eerst zag. ‘Je hebt gelijk. Het is af en toe een gekkenhuis en ik probeer…’
‘Ja, wat?’
Hij keek haar alleen maar aan. ‘Je bent verdomd knap.’
‘Bedoel je van uiterlijk of van hersens?’
Plotseling trok hij haar naar zich toe en kuste haar vurig. Ze duwde hem weg. ‘Hé zeg, ik wil je wel assisteren, maar alleen met opereren.’
‘Sorry, de dood van die jongen…’
Ze legde haar hand op zijn arm. ‘Nu even serieus. Ik werk me rot, maar ik leer geen pest en bovendien doe ik in jouw ogen blijkbaar alles fout. Ik wil mij specialiseren als hartchirurg. Ik zat niet op de universiteit om een vent te vinden, zeker geen dokter die nooit thuis is.’
Philippe barstte in lachen uit. Boos draaide ze zich om en rende weg.
Hij holde haar achterna en trok haar aan haar arm. ‘Je hebt gelijk. Morgen kan je beginnen bij de operatie. Cécile geeft je het protocol.’
Tijdens het diner aan de mooi gedekte tafel met het familie zilver, wisselden ze nauwelijks een woord met elkaar. Marie in zwarte jurk met een wit schortje bediende. Marcel, de jongste zoon zat al aan tafel. Hyper intelligent, zag ze. Hij sprak niet veel. Een rustige jongen, bijna eenentwintig.
‘Philippe, zit de dood van die jongen je nog dwars?’ vroeg zijn moeder.
Hij knikte en schepte zich nog een keer op.
‘En jij, meisje, al veel geleerd?’
‘Och…’
Ze veegde het laatste restje saus met een stuk brood af, zoals ze de Fransen had zien doen en stopte het brood gauw in haar mond om niet te hoeven antwoorden. Zijn moeder bedoelde het goed, maar zij bestierde de boel met een ijzeren hand.
Haar stagiaire salaris stelde niet veel voor. Een kamer huren zou ze net kunnen betalen, maar dan hield ze geen cent over. Haar kamer in het vervallen kasteel was gratis, haar was werd gedaan en ze hoefde niet te koken, dus schikte ze zich.

Philippe stond al klaar toen ze om half zeven de trap af rende.
‘Heb je vandaag een operatie?’ vroeg ze.
‘Drie,’ zei hij kort en liet haar instappen. Ze stoven weg. Ze voelde dat hij niet veel van haar kennis en inzet verwachtte. In de kantine voor de artsen was ze nog niet geweest. Pierre ontweek haar blik. Cécile gaf haar aarzelend het protocol. Ze wees haar de douche en gaf haar een ingepakt pakket steriele kleding. ‘Eerst douchen. Steek dat lange haar van jou op en speld het vast. Ben je al eerder steriel aangekleed?’
‘Ik weet heus wel dat ik niets mag aanraken. Jezus, heb je niet gelezen dat ik mijn artsen bul al heb?’
Cécile ontdooide een beetje. ‘Vooruit, de patiënt wordt al klaar gemaakt.’
Ze liet zich door Cécile aankleden. Toen het zijn beurt was, zag ze dat Cécile Philippe bij het strikken van zijn operatiejas veel langer dan noodzakelijk tegen zich aandrukte.
‘Zo, nu de handschoenen,’ sprak Cécile gedecideerd.
Hij stak beide handen haar voren en Cécile deed hem vakkundig zijn handschoenen aan. Deze procedure herhaalde zich bij de rest van het team. Ze herkende de donkere Alice nauwelijks met de papieren douchemuts en het mondkapje.
Philippe gaf een teken en liep voorop met beide handen omhoog door de automatisch opengaande deur. De patiënte lag al op de smalle operatietafel. Philippe controleerde of de lamp goed stond, bekeek de apparatuur en de klaargelegde instrumenten en knikte. Alice begon met de electroden op haar arm te plakken en deed het knijpertje op haar wijsvinger. Daarna stak ze het infuus in de arm. Julie zag op de monitor dat de verdoving al begon te werken. Voorzichtig stak Cécile de flexibele buis in de mond van de jonge vrouw die een nieuwe hartklep zou krijgen. Ze draaide zich om en gaf Philippe een teken.
Julie pakte het eerste instrument van het op volgorde liggende rijtje en gaf dat na een knikje van Philippe aan. Even dreigde er een bloeding, maar ze gaf de afknijp tang al voordat hij hierom had kunnen vragen.
‘Dat heb je goed gedaan, zeker voor de eerste keer,’ sprak Philippe toen hij zijn bebloede kleren uittrok en in een zak gooide.
‘Dank je. Wanneer is de volgende operatie?’
‘Eerst koffie en even bijkomen, 20 minuten, daarna werken we het lijstje weer af.’
Hij draaide zich om en stond al gauw met zijn collegae te kletsen.
Julie vroeg een sterke espresso en een croissant.

Zeven uur was het al toen de dag erop zat.
Philippe keek haar bewonderend aan. ‘Ik kan niet geloven dat je dit niet al eerder hebt gedaan.’
‘Dank je, maar ik voelde gewoon aan wat er moest gebeuren.’
Hij trok haar even tegen zich aan en gaf haar een vriendschappelijke kus. Cécile kwam net de deur uit. Julie zag hoe ze haar wenkbrauwen optrok.
Even buiten Orange begon Julie: ‘Zeg ik heb het idee dat jullie denken dat ik maar heb gesolliciteerd om een mooi Frans kleurtje op te doen. Dat ik er jonger uit zie dan vijfentwintig, kan ik niet helpen. Ik ben klaar met mijn studie medicijnen.’
Philippe stopte abrupt. Met beide handen rond het stuur keek hij haar verbouwereerd aan. ‘Had dat dan meteen gezegd.’
‘Daarvoor heb ik nooit gelegenheid gekregen. Je liet me in het ziekenhuis achter, zonder mij aan je collegae voor te stellen. Zo wil ik hier niet blijven. Ik wil leren en niet als een verpleegster worden afgebeuld door lui die denken dat ze beter zijn omdat ze toevallig een Frans diploma hebben. Verdorie, ik heb mij zeven jaar uit de naad gewerkt en ik kreeg mijn bul cum laude. Wie kan dat hier in Orange zeggen?’
Philippe zei niets.
‘Ik wed dat niemand mijn sollicitatiepapieren heeft ingekeken. Dom blondje dat je leuk kunt afbekken, omdat ze nog geen diploma heeft. Nee vriendje, ik vertik het om nog een seconde zo behandeld te worden. Rij maar naar huis dan kan ik pakken.’
‘Julie, toe… je verwart me.’
Ze voelde hem aarzelend zijn arm om haar heen slaan. Ze draaide van hem weg. ‘Ik wil nog kwijt dat ik het niet met Pierre eens was. Eerst onderzoeken naar interne bloeding, heb ik wel twee keer gezegd, maar hij bekte me af of ik drie was.’
Philippe’s moeder was niet thuis. Zijn vader moest naar Parijs voor een bijeenkomst en Marcel was weer naar zijn studentenkamer vertrokken.
Philippe liep door de zitkamer en maakte een gebaar naar Julie. ‘Marie waar is mijn moeder?’
‘Ze heeft haar bridgeavond mijnheer Philippe.’
‘God ja, vergeten. Kunnen we eten?’
‘Maar natuurlijk mijnheer Philippe en de juffrouw?’
‘De juffrouw ook graag Marie. Wist je dat ze afgestudeerd arts is? Bovendien is ze 25 al ziet ze er jonger uit. Spreek haar maar aan met madame en behandel haar met respect anders gaat ze weg.’
Julie had de hele conversatie gehoord. Verstoord keek ze hem aan. ‘Nou zo hoef jij je ook weer niet op te stellen. Ga je straks de rode loper voor mij uitleggen? Doe in hemelsnaam normaal zeg. Morgen doe ik nog met jou die operatie en als de sfeer niet verandert, vertrek ik echt.’
Ze zag een fles oude wijn op tafel staan toen ze zich net had opgefrist voor het diner.
‘Mijnheer Philippe, dat is uw vaders beste wijn…’
‘Heb je daar iets op tegen Marie?’
Marie verdween morrend naar de keuken.
‘Hoe hou je het hier uit,’ ontglipte haar.
‘Betere verzorging kan ik niet krijgen.’
‘Trouw dan.’
‘Ha, met Cécile zeker... ze kan nog geen aardappel schillen.’
‘Is dat een doorslaggevende factor om met iemand te trouwen… het wel of niet kunnen schillen van aardappels?’
Zuchtend leunde hij achterover.
‘Trek je die fles nog open of staat die hier als decoratie?’
Als door een wesp gestoken stond hij op en mompelde: ‘Ik ben gewend om hier bediend te worden… natuurlijk krijg ik die fles open.’
Ze keek geamuseerd toen de kurk brak. ‘Gelukkig kan je beter met een scalpel overweg.’
‘Pas op anders krijg je niets.’
‘Drink die fles maar zelf leeg,’ brieste ze en schoof haar stoel achteruit.
Philippe stond op en pakte haar bij haar schouders.
‘God Julie,’ zei hij schor voordat hij haar kuste.
Ze beantwoordde zijn kus en keek hem geschokt aan.
‘Ik ben stapel op jou.’
‘Hemel Philippe…’
Hij kuste haar weer, tilde haar op en droeg haar de trap op.
Ze lag heerlijk nagenietend in zijn bed. Philippe sloop naar beneden en kwam even later met de wijn en een glas terug.
‘Marie… je moeder…’
‘Julie, ik ben over de dertig.’
‘Maar…’
‘Hou je mond.’ Hij kuste haar weer.
‘Ik rammel en voel me duizelig van die zalige wijn.’
‘Blijf, dan haal ik iets te eten. Is kaas goed? Ik denk dat de borden die Marie heeft opgeschept al afgekoeld zijn.’

Familiegeheimen - Annemarie Enters

Homepage  Te Boek  Annemarie Enters 2017