Homepage  Schrijversweb  Schrijversweb 2016  Adriaen Willemsz

Rimpels in het zand - Adriaen Willemsz

Verdorie, dacht Rick, dat moet ik weer hebben. Mismoedig slofte hij door het mulle zand over het brede strand. Zo hier en daar staken de haast zachte rotsen hun hoofd door water en zand. Ofschoon al een eindje boven de dertig jaar en zijn haar meer zout dan peperkleur mocht hij er nog altijd wel zijn. Deze keer was het zijn beurt om wacht te lopen op het kleine strandje dat juist uit het zicht vanaf de reguliere uitkijktorens op het grote strand lag. Door de ligging en de slechte bereikbaarheid vanuit het achterland wisten maar weinig mensen het te vinden. Het waren dan ook vooral lokale mensen aangevuld met een enkele toerist die het bezochten. Maar ook voor de weinige gasten die zich daar vertoonden moest het credo van de strandwachten “ veiligheid voor alles” opgaan en werk was uiteindelijk gewoon werk. Nu, dat was Rick wel toevertrouwd. In de ruim vijftien jaar dat hij dit werk nu deed was hij regelmatig badgasten in hun benarde situatie waarin ze zich hadden gemanoeuvreerd behulpzaam geweest. Niet bekend met de gevaren van de zee verdwenen ze nadien meestal geschrokken door hun eigen overmoedigheid weer naar hun leven in het binnenland terug. Soms, heel soms kreeg hij een bedankje, een bos bloemen en een keer... Met liefde dacht hij aan Merel, zijn vriendin die hij zo’n twee en een half jaar geleden uit het zand had gered en die nadien nooit meer was weggegaan. Met haar had hij gemijmerd over het opzetten van een duikschool of zich als schipper te verhuren aan rijke toeristen die alleen oog hadden voor de scholen tonijn of blauwe marlijn. Deze toekomst zou in ieder geval moeten wachten totdat Merel haar studie oceanografie aan de universiteit had afgerond, hetgeen als alles goed zou verlopen nog een jaar zou duren. Daarna zouden ze een plek voor zichzelf zoeken met een aangenaam klimaat. Alles was echter anders geworden nadat Merel plots, zowel letterlijk als figuurlijk in zijn wereld was binnengevallen. Langzaam aan verdween het studentikoos allegaartje waar zijn appartement uit bestond, om plaats te maken voor een sfeervol ingericht interieur waarin ze zich beiden thuis voelden. Na twee en een half jaar voelden ze beiden dat de tijd om de volgende stap te zetten met rasse schreden naderbij kwam. De zomer in dit noordelijke land duurde naar Rick’s zin steeds weer te kort, ofschoon hij geen hekel had aan de wisseling van de seizoenen. Het was meer zo dat hij, buiten de zomermaanden oninteressante en vervelende baantjes moest aannemen om het hoofd boven water te houden. Hij keek dan ook altijd uit naar de tijd dat het gedaan was met de kou en de eerste lentezon het land in lichterlaaie zette. Lang duurde het daarna nooit tot hij weer het strand op kon naar het werk dat hem zoveel jaar geleden had getrokken en hem nog steeds bekoorde hoewel er ook wat minder aangename kanten aan het beroep van strandwacht zaten. Soms verdwenen er echter mensen, zomaar, met achterlating van handdoek, tas en zonnebrand. Nu was het natuurlijk zo dat er gedurende de zomerse dagen wat nonchalanter werd omgegaan met het een en ander. De kast in het reddingsgebouw herbergde nog een hele verzameling van nooit terug gehaalde spullen. Raadselachtig bleef wel dat er op diverse materialen duidelijke bijtsporen waren achtergebleven die toch zeker niet van de viervoeters waren die veelvuldig met de mensen op het strand rondrenden. Op die bewuste ochtend in Juni die bijna fataal was afgelopen, maar voor Rick en Merel uiteindelijk de aanloop betekende tot een stormachtige relatie had Rick dienst gehad op het kleine strand. Hij had niet zoals gewoonlijk de gewone route langs de zee gevolgd maar een zogenoemde binnendoor route door de duinen. Vol goede moed, het was stralend weer, volgde hij het kronkelige pad dat soms overhuifd door duindoorn een steeds wisselend uitzicht gaf over het zeeschap. Meeuwen vlogen af en toe krijsend over hem heen maar verder was alleen de zee te horen die ruisend en altijd aanwezig in zijn oren klonk. Meestal deelden ze een wacht met zijn tweeën maar aangezien zijn maatje van die dag zich onverwachts had ziek gemeld, het leek verdorie wel een griepepidemie, was zijn team zodanig onderbemand dat van de regel om ten allen tijde met tweeën een wacht te draaien afgeweken was. Ofschoon dit maar een enkele keer gebeurde vond Rick het eigenlijk niet zo erg Als de nood aan de man kwam kon hij zijn teamgenoten op het andere strand nog waarschuwen via de radio die hij tezamen met andere noodzakelijke attributen in zijn reddingstas die hij aan de schouder had hangen had zitten. Het kleine wachthokje op het eerste duin zou de komende uren zijn uitvalsbasis zijn. Na een laatste wending van het smalle pad om het duin heen kreeg Rick het bouwsel in zicht. Anders dan op het grote strand waar de uitkijk een uitgebreid instrumentarium tot de beschikking had was dit onderkomen bijna primitief te noemen. Verweerde planken, verkleurd door zon en regen hadden een zilverachtig patina gekregen, dat in een bepaald licht bijna doorzichtig leek te worden. Tegen de kierende deur die in de loop van de jaren van het oorspronkelijk donker- naar vaalblauw was verschoten, was het zand in golfjes tegenaan gewaaid. Het dak was met gaas overspannen zodat de wind geen vat zou krijgen op de onderliggende houten spanen waaruit het was opgebouwd. Hij hield van het steeds wisselend tij dat nonchalant het landschap ieder moment een eigen aanzicht gaf. De zomerse dagen waarin de veegauto elke ochtend weer de kuilen en kastelen die de toeristen de dag ervoor hadden gegraven of opgeworpen vervlakte en daarmee een uitnodiging tot nieuwe creativiteit in zich droeg, waren hem net zo lief als de dagen wanneer de wind het strand striemde met boze buien en de krachten van de natuur zich deden gelden. Rick trok de deur open, ontgrendelde het luik voor het raam en pakte de bezem om het naar binnen gewaaide zand met een zwiep weer naar buiten te bonjouren. Hij draaide de kraan van het butagasstel open en zette water op om straks koffie te kunnen zetten. Hij dacht aan het feit dat het aantal vermiste badgasten het laatste jaar, zoals de rekenmeesters zeiden, buiten de statistieken waren geraakt. Raar genoeg was dit alleen het geval op het kleine strand, zo hadden de kille cijfers laten zien. Hierop had het gemeentebestuur als maatregel een extra man toegevoegd aan de eenpersoonswacht die tot dan toe normaal was geweest. Dit alles had de leden van het team strandwachten niet wezenlijk verontrust maar als ze zoals Rick nu onverhoeds een wacht alleen draaiden waren ze toch extra waakzaam en gespitst op hetgeen er op het strandje gebeurde. Een wacht alleen was dan ook niet zoals tevoren een aangename verademing tussen de drukte van een normale wacht in, maar een verzwaarde aanslag op de zintuigen. Zichzelf een kop koffie inschenkend uit de gebutste metalen pot nam Rick zich voor om zich er niet te druk over te maken. Hij zette de parasol buiten en trok een van de rechte stoelen bij die al sinds jaar en dag bij het interieur hoorden en er al net zo verweerd eruit zagen als de buitenkant van de wachthut. Met zijn sterke verrekijker spiedde hij de horizon, maar vooral de branding af, daar waar het water zich van zijn meeste verraderlijke kant liet zien en waar dan ook de meeste ongelukken gebeurden. De onderstroom die er stond kon je zo van de voeten aftrekken en was niet alleen gevaarlijk voor de pootje badende kinderen maar ook voor de volwassenen die goed konden zwemmen, zo hadden al velen van hen ondervonden. In vogelvlucht schoot zijn blik langs de duinrand, de overgangszone waar deze vanuit de golving overging in het vlakke strand, als het ware het landelijke equivalent van de branding, dacht hij nog, inwendig grinnikend. Opgelucht over de dag die rustig was begonnen borg hij zijn kijker op en wachtte nog een moment voordat hij opstond om zijn eerste wachtronde van die dag te lopen. De ronde van zo’n anderhalve mijl lang liep in een soort ellipsvorm vanuit zijn startpunt dat bijna op het stompe gedeelte van de route lag. Zo’n eenderde deel liep via een kronkelig pad door de duinen voordat het met een scherpe draai het vlakke strand bereikte. Onderlangs de duinen vervolgde het pad, gemarkeerd door metalen paaltjes met een rode band nog een tijdje dezelfde richting totdat het de rotsen bereikte die als een plotselinge verticale versperring uit het zand opdoken. Degene die op dat moment wacht liep volgde de eerste ronde het pad linksom terwijl de daaropvolgende ronde rechtsom werd gevolgd om zodoende de omgeving vanuit verschillende gezichtpunten te kunnen bekijken. Tijdens de tweede ronde gebeurde waar ze voor op waren geleid maar wat ze als strandwacht heimelijk toch steeds weer vreesden. Op de overgang van strand naar duin, met zijn basis al in zicht had Rick’s radio die zoals gewoonlijk op stand-by stand in zijn schoudertas zat plots zijn gemoedelijke piepjes laten varen om daarentegen een oorverdovend geruis te spuien. Door het mulle zand heen de duin op worstelend zag hij vanuit een ooghoek een steelse beweging, onmerkbaar haast, een driehoekige donkere vorm. Rick schudde zijn hoofd om het vreemde gevoel dat hij had gekregen kwijt te raken. Hij wreef zich de ogen uit en probeerde de vermeende vorm duidelijker in beeld te krijgen,, niets leek zich echter op dat moment buiten het normale strandleven te bevinden. Op het strand hadden een paar kinderen een zandkasteel gebouwd dat nu nog stand hield totdat de golfjes van het tij die aan de muren knaagden het bastion uiteindelijk deed bezwijken. Wat restte, een vage zandheuvel tot de veegauto de dag erop het vernietigende werk van de golven afmaakte. Een jonge vrouw lag op haar buik op een rechthoekig blauwwit strandlaken een boek te lezen. Zonnestralen streelden haar naakte schouders. Ze lag juist tegen de volgende duin aan dan waar Rick zich bevond, nabij de plek waar hij zojuist een beweging meende te zien. Nogmaals scherp om zich heen kijkend, gerustgesteld door het vreedzame toneel stapte hij over de drempel om zijn beker met warme koffie te vullen met de bedoeling zich buiten te installeren tot de volgende wachtronde hem noopte weer in de benen te komen. Zover kwam het echter niet, een angstkreet deed hem bevriezen in zijn beweging. De radio die hij op de tafel had gezet bracht opnieuw een verontrustend geruis voort. Rick draaide zich om en keek om zich heen in de richting vanwaar de kreet vandaan was gekomen en zette het meteen op een sprint, richting de voet van het volgende duin. In de situatie van de jonge vrouw die even daarvoor nog rustig op haar badlaken had gelegen was het een en ander drastisch veranderd. Hoewel ze op haar buik in letterlijke zin de rimpels in het zand niet had kunnen zien was er in haar onderbewustzijn een draad geraakt die haar het boek waarin ze had zitten lezen liet neerleggen en haar overeind deed komen. Tegelijkertijd in de draai zette ze haar zonnebril die ze op had gehad af en legde deze naast zich op het zand neer. In zittende positie met de hakken in het zand geplant vroeg ze zich af... tot het moment erop het vlakke zand schuin voor haar plotseling rimpelde, een snelle donkere schim, een afgrijselijke pijn schoot door haar linkerhak terwijl ze naar beneden werd getrokken. Op dat moment schreeuwde ze en bevroor Rick in zijn beweging op de drempel, alvorens hij zich omdraaide en de honderd meter sprint inzette die hen beiden scheidde. Aangezien zelfs een ervaren sprinter met alle mogelijke hulpmiddelen en onder ideale omstandigheden de honderd meter toch nauwelijks binnen de tien seconden kan voltooien en Rick verre van volmaakte omstandigheden trof leek het erop dat hij de afstand in een recordtijd zou dichtlopen. Toen hij al op een vijftigtal meter was genaderd vroeg hij zich af wat je in hemelsnaam bij een zandredding moest doen want ondanks alles hadden zijn gedegen opleiding en dito instructies daar geen rekening mee gehouden. Drijfzand, flitste er door hem heen terwijl hij wanhopig naar een oplossing zocht. Er was echter geen tijd om allerlei mogelijkheden rustig te overwegen, terwijl hij haar armen greep, zich schrap zette met de hakken in het zand en trok. Ondanks zijn snelle reactie om haar uit het zand te trekken zonk haar been nog wat verder in het zand weg. Inmiddels was het reeds tot boven haar knie verdwenen en begon de situatie er steeds grimmiger uit te zien. Voor een moment liet Rick haar los, hetgeen haar een smartelijke kreun ontlokte alvorens hij haar nog wat beter vastgreep en verbeten opnieuw begon te trekken. Het zweet stroomde hem inmiddels in de ogen. Terwijl hij begon te wanhopen of dit wel goed zou aflopen schoot het been van de jonge vrouw even plotseling als het in het zand was verdwenen nu te voorschijn en viel Rick achterover in het zand met haar in de armen. Nog nahijgend bleven ze zo voor een paar tellen in het warme zand liggen. Uit een rafelige scheur in haar hak drupte het bloed, erdoorheen schemerde de bleekblauwe kleur van bot. “Ik geloof dat we het ergste nu hebben gehad”, merkte Rick cynisch op terwijl hij zich het zweet van het voorhoofd veegde en overeind kwam terwijl hij de jonge vrouw ondersteunde. Bevend over haar hele lichaam leek de spanning, het zich realiseren hoe kort bij de dood ze was gekomen, er bij haar nu pas goed uit te komen. Wat zou er gebeurd zijn als de strandwacht even wat verder weg was geweest, had ze het dan nog na kunnen vertellen? Pas toen Rick haar met zijn oude jas om haar heen geslagen op een stoel had geposteerd, een gloeiend hete kop koffie in de handen gedrukt leek Merel, zoals ze heette zo vertelde ze, over de ergste schrik heen te zijn en trachtte te reconstrueren wat er volgens haar was gebeurd. In grote lijnen had Rick het zien gebeuren en was hij te ver weg geweest om daadwerkelijk getuige te zijn, de oorzaak van het vreemde fenomeen bleef zo voor beiden de vraag. Daar kon Merel, zoals ze heette ook geen uitsluitsel over geven. Het rafelige gat in haar hak leek het vermoeden van drijfzand zoals Rick in eerste instantie had gedacht, te logenstraffen. Verder was er natuurlijk het feit dat Merel niet zoals bij drijfzand gebruikelijk was gezonken maar daarentegen ook daadwerkelijk door iets naar beneden was getrokken. Hij herinnerde zich verder nog dat de radio op het moment van Merel‘s schreeuw een vreemd geruis had uitgezonden, alsof deze een soort waarschuwing had afgeven. Nadat Rick haar hak provisorisch had verbonden om de wond nadien in het ziekenhuis te laten behandelen riep hij via de radio die hij in alle haast naast zijn stoel had laten vallen toen hij Merel te hulp schoot zijn teamleden op waarna ze beiden verzonken in stilzwijgen wachtten. Nadat de strandjeep was gekomen en Merel mee had genomen besloten Rick en een van de toegeschoten teamleden die achter was gebleven eens te gaan kijken op de plek waar de vreemde gebeurtenis had plaatsgevonden. Voorzichtigheid in acht nemend naderden ze de stille getuigen op het toneel, nu leek het tafereel vreedzaam, onbewogen om wat er was gebeurd. De zonnebril die ze op had gehad en het badlaken lagen nog op dezelfde plek zoals Rick en Merel ze een uur geleden hadden achtergelaten. Het enige wat anders was en zich over verwonderden was een trechtervormige verdieping in het zand. Ze namen echter de bril en het laken niet mee, er moest immers nog een onderzoek naar het voorval komen daar het immers te vreemd was om onder het zand geschoffeld te worden, zo merkte Rick nog op terwijl de officiële speurneuzen hun rood-witte linten spanden. Hoewel er in de loop van de weken talloze onderzoeken werden gestart en de plek grondig ondersteboven werd gekeerd werd er niets, maar dan ook niets gevonden wat zou kunnen verklaren wat de oorzaak zou kunnen zijn geweest. Het was en bleef onverklaarbaar, aldus de specialisten. Nadat de linten waren opgerold en de veegauto de resultaten van het gegraaf vakkundig had geëgaliseerd was er niets wat nog herinnerde aan die dag in Juni, dat wilde zeggen, niets dat er fysiek aan denken deed. In de gedachten van Rick en zijn teamleden was dat echter niet het geval. Ook Merel dacht vaak terug aan deze dag. Weken later kon ze nog wakker schieten uit de vreselijke droom waarin ze alles nogmaals beleefde. Gelukkig was er dan Rick die als een vertrouwde donkere vorm naast haar lag en haar vasthield als alles haar teveel werd. Weken werden maanden, een jaar en langzaam aan werd de herinnering zachter geslepen, zoals de zandkorrels op het strand door het water ronder worden. Soms dacht ze zelfs weken niet meer aan het voorval tot een bepaalde beweging in haar ooghoek de herinnering weer naar boven bracht. Toch waren de gedachten aan die dag niet geheel en al donker, het was immers toen dat ze Rick had ontmoet. Ondanks dat hij stoer beweerde dat het hem niet veel meer deed vond hij het heimelijk toch wel prettig dat zijn collega’s langskwamen, want helemaal gerust was hij er toch niet op dat het nogmaals zou gebeuren. Het bleef echter rustig gedurende het grootste gedeelte van de twee daaropvolgende seizoenen. Er verdwenen een vijftal mensen, waaronder een Zweedse toerist die vanuit zijn hotel was vertrokken zonder uit te checken. Een paar dagen later spoorde de Franse politie hem op in een voorstad van Parijs, waar hij verward ronddoolde. Voor drie anderen was het lot minder goed gezind en werden de lichamen, soms weken later en kilometers verder langs de kust aangetroffen. De enige onverklaarbare verdwijning was die van een zekere Rudolf. De lokale visser kende de getijden en gevaren van de zee in de omtrek als zijn broekzak. Toch was hij na thuis vertrokken te zijn voor een familiebezoek op een eiland voor de kust gewoon van de aardbodem verdwenen. Duidelijk bleek wel uit het onderzoek dat hij zijn roeiboot daarvoor niet had gebruikt aangezien deze nog op zijn gebruikelijke plek aan de steiger bleek te liggen. Op een van de laatste stranddagen die het seizoen in petto leek te hebben was Rick dan ook niet onverdeeld gelukkig dat hij dienst had op het kleine strand. Ofschoon de dag met zonneschijn was begonnen gaf de barometer aan dat het weer spoedig zou omslaan. Gelukkig zou Evert met hem deze keer de wacht draaien, zodat ze in ieder geval niet zonder gespreksstof zouden zitten. Sinds die dag twee en een half jaar geleden had Rick het prettig gevonden om iemand anders in zijn nabijheid te hebben, zelfs als het een spraakwaterval zoals Evert betrof. Rick zou vast vooruitgaan, de boel ontsluiten en koffie zetten Nu slofte hij door het mulle zand in de hoop dat de dag snel voorbij zou zijn en hij Merel weer in de armen kon sluiten. In zichzelf gekeerd lette hij niet goed op, struikelde over een van de wortels van de weinige dennen die er in de duinen stonden. Hij schoot voorover vallend van het duin naar beneden in een soort pan en verloor in de val zijn schoudertas met radio, zodat hij niet hoorde dat die een verontrustend geruis ten gehore gaf. Zich daar echter niet van bewust krabbelde hij op, klopte het zand van zijn lijf en startte een klauterpartij naar boven. Het was windstil maar in de zandpan rimpelde het zand en de donkere vorm erachter was onheilspellend. Rick kon niet vermoeden wat hem te wachten stond. Het volgende moment sloten stalen kaken zich om zijn been en met een ruk werd hij de pan in getrokken. Graaiend naar alles waar hij zich aan vast zou kunnen houden gleed hij echter steeds verder weg. In zijn wanhoop kon hij zich nog omdraaien en zag duidelijk de vorm die hij twee en een half jaar eerder meende te zien. Een haai, dacht hij nog, een haai in het zand, voordat het laatste zich boven hem sloot. Zijn schoudertas met radio, die inmiddels weer zijn gebruikelijke piepjes gaf lag halverwege het duin.

Rimpels in het zand - Adriaen Willemsz

Homepage  Schrijversweb  Schrijversweb 2016  Adriaen Willemsz